Einde inhoudsopgave
Regeling langdurige zorg
Artikel 5.1c [Toestaan extra kosten of verhoging persoonsgebonden budget]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
24-11-2022, Stcrt. 2022, 32461 (uitgifte: 02-12-2022, regelingnummer: 3468594-1039227-LZ)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2022, Stcrt. 2022, 32461 (uitgifte: 02-12-2022, regelingnummer: 3468594-1039227-LZ)
- Vakgebied(en)
Maatschappelijke ondersteuning / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid ziektekosten / Zorgverzekering
Sociale zekerheid ziektekosten / Bijzondere ziektekosten
Gezondheidsrecht / Zorg en ziektekosten
1.
De Wlz-uitvoerder kan extra kosten toestaan in het geval dat een verzekerde is aangewezen op palliatief terminale zorg, voor zover die verhoging nodig is met het oog op de mogelijkheid van de verzekerde om palliatief terminale zorg thuis te ontvangen.
2.
Het zorgkantoor kan het persoonsgebonden budget verhogen in het geval dat een verzekerde is aangewezen op palliatief terminale zorg, voor zover die verhoging nodig is met het oog op de mogelijkheid van de verzekerde om palliatief terminale zorg thuis te ontvangen.
3.
De Wlz-uitvoerder kan extra kosten toestaan in het geval dat een verzekerde een tijdelijke behoefte heeft aan verpleging die noodzakelijk is vanwege een medisch specialistische behandeling, voor zover die verhoging nodig is met het oog op de mogelijkheid van de verzekerde om die verpleging te ontvangen.
4.
Het zorgkantoor kan het persoonsgebonden budget verhogen in het geval dat een verzekerde een tijdelijke behoefte heeft aan verpleging die noodzakelijk is vanwege een medisch specialistische behandeling, voor zover die verhoging nodig is met het oog op de mogelijkheid van de verzekerde om die verpleging te ontvangen.