Einde inhoudsopgave
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Artikel 584l [Overneming executie door hoger geplaatste crediteur]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1992
- Bronpublicatie:
28-10-1991, Stb. 1991, 583 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21961 Overheid.nl: 21961)
- Inwerkingtreding
01-01-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-12-1991, Stb. 1991, 690 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
1.
Iedere schuldeiser, wiens vordering op de door de rechter-commissaris vastgestelde lijst rang neemt boven die van de beslaglegger, kan bij de verkoop diens plaats innemen mits hij de beslaglegger ten minste 7 dagen voor de verkoop van zijn voornemen hiertoe bij aangetekende brief heeft kennis gegeven.
2.
Indien de beslaglegger de uitwinning niet of niet op de bepaalde dag vervolgt, heeft iedere schuldeiser, wiens vordering op de door de rechter-commissaris vastgestelde lijst rang neemt boven die van de beslaglegger, het recht dit te doen. Dit recht vervalt, wanneer hij, na aanmaning door een belanghebbende, er binnen een redelijke termijn geen gebruik van maakt. De schuldeiser, die van dit recht gebruik wenst te maken, vervult in dat geval opnieuw de formaliteiten vermeld in artikel 584k, vierde lid; artikel 584g vindt, voor zover mogelijk, overeenkomstige toepassing.