HR, 11-09-2015, nr. 15/01921
ECLI:NL:HR:2015:2501
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11-09-2015
- Zaaknummer
15/01921
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2015:2501, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑09‑2015; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
In cassatie op: ECLI:NL:GHAMS:2015:1415
- Vindplaatsen
V-N 2015/48.15 met annotatie van Redactie
NTFR 2015/2433
Uitspraak 11‑09‑2015
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Partij(en)
11 september 2015
Nr. 15/01921
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 12 maart 2015, nr. 14/00233, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland (nr. AWB 13/3764) betreffende de bij de voor het jaar 2010 aan belanghebbende opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen gegeven beschikking inzake revisierente.
1. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een klacht aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2. Beoordeling van de klacht
De klacht kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klacht niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren C. Schaap en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2015.