NJB 2021/2625
‘Ernstige bezwaren’ als bedoeld in art. 151b lid 1 Sv: daartoe is meer vereist dan enkel een redelijk vermoeden van schuld aan het in die bepaling bedoelde misdrijf ter zake waarvan het bevel tot afname van celmateriaal ten behoeve van een DNA-onderzoek wordt gegeven. In casu kon het hof oordelen dat ten tijde van het door de officier van justitie gegeven bevel tot afname van celmateriaal ‘ernstige bezwaren’ tegen de verdachte bestonden.
HR 28-09-2021, ECLI:NL:HR:2021:1281
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 september 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma en A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
19/05347
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1281, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑09‑2021
- Wetingang
(art. 151b Sr)
Essentie
‘Ernstige bezwaren’ als bedoeld in art. 151b lid 1 Sv: daartoe is meer vereist dan enkel een redelijk vermoeden van schuld aan het in die bepaling bedoelde misdrijf ter zake waarvan het bevel tot afname van celmateriaal ten behoeve van een DNA-onderzoek wordt gegeven. In casu kon het hof oordelen dat ten tijde van het door de officier van justitie gegeven bevel tot afname van celmateriaal ‘ernstige bezwaren’ tegen de verdachte bestonden.
Uitspraak
Inleiding
Verdachte is veroordeeld wegens – kort gezegd – ‘diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.