Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2122 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 wat betreft bepaalde categorieën dieren en goederen die van officiële controles aan grenscontroleposten zijn vrijgesteld, en specifieke controles van de persoonlijke bagage van passagiers en van kleine zendingen goederen die aan natuurlijke personen worden gezonden en niet bestemd zijn om in de handel te worden gebracht en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 142/2011
Artikel 4 Voor onderzoek en diagnose bestemde monsters en monsters van producten van dierlijke oorsprong en van samengestelde producten voor productanalyse en kwaliteitstests, met inbegrip van organoleptische analysen
Geldend
Geldend vanaf 27-06-2022
- Bronpublicatie:
28-03-2022, PbEU 2022, L 154 (uitgifte: 07-06-2022, regelingnummer: 2022/887)
- Inwerkingtreding
27-06-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-03-2022, PbEU 2022, L 154 (uitgifte: 07-06-2022, regelingnummer: 2022/887)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Douane (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veterinair recht
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
De bevoegde autoriteit kan voor onderzoek en diagnose bestemde monsters vrijstellen van officiële controles aan grensposten, op voorwaarde dat:
- a)
de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming aan de gebruiker van de monsters voorafgaande toestemming heeft verleend voor het binnenbrengen in de Unie van die monsters overeenkomstig artikel 27, lid 1, van Verordening (EU) nr. 142/2011, en die toestemming in een door die autoriteit verstrekt officieel document is geregistreerd;
- b)
zij vergezeld gaan van het onder a) bedoelde document of een kopie daarvan, totdat zij de onder a) bedoelde gebruiker of, in het onder c) bedoelde geval, de grenscontrolepost van binnenkomst bereiken;
- c)
in het geval van binnenkomst in de Unie via een andere lidstaat dan de lidstaat van bestemming, de exploitant de monsters bij een grenscontrolepost aanbiedt.
2.
In het in lid 1, onder c), bedoelde geval stelt de bevoegde autoriteit van de grenscontrolepost de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming via het Imsoc in kennis van de binnenkomst van de monsters.
3.
De bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming kan monsters van producten van dierlijke oorsprong en van samengestelde producten voor productanalyse en kwaliteitstests, met inbegrip van organoleptische analysen, van officiële controles aan grenscontroleposten vrijstellen, op voorwaarde dat:
- a)
de bevoegde autoriteit aan de exploitant die verantwoordelijk is voor het analyseren of testen van de monsters vóór hun binnenkomst in de Unie toestemming heeft verleend voor het binnenbrengen ervan in de Unie overeenkomstig lid 4 en dat die toestemming in een door die autoriteit verstrekt officieel document is geregistreerd;
- b)
de monsters vergezeld gaan van het in punt a) bedoelde officiële document of van een kopie daarvan en, indien de bevoegde autoriteit daarom verzoekt, van het certificaat of de verklaring zoals bedoeld in lid 4, punt b), of van een document dat eventueel krachtens de in lid 4, punt c), ii), bedoelde nationale voorschriften is vereist, totdat de monsters de exploitant bereiken die verantwoordelijk is voor de productanalyse en het kwaliteitsonderzoek, met inbegrip van de organoleptische analyse.
Wanneer de in de eerste alinea bedoelde monsters de Unie via een andere lidstaat dan de lidstaat van bestemming binnenkomen, biedt de exploitant die monsters bij een grenscontrolepost aan
4.
De bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming vermeldt in de toestemming voor het binnenbrengen in de Unie van monsters van producten van dierlijke oorsprong en van samengestelde producten voor productanalyse en kwaliteitstests, met inbegrip van organoleptische analysen:
- a)
dat de monsters afkomstig zijn uit derde landen of regio’s daarvan die zijn opgenomen in de lijst in:
- i)
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 van de Commissie (1), in het geval van monsters van producten van dierlijke oorsprong die binnen het toepassingsgebied van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie (2)vallen, of
- ii)
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 van de Commissie (3), in het geval van monsters van producten van dierlijke oorsprong die niet binnen het toepassingsgebied van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 vallen;
- b)
dat de officiële dierenarts, in het/de overeenkomstig de modellen van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie (4) opgestelde desbetreffende certificaat of verklaring, ten minste de desbetreffende verklaring inzake de diergezondheid voor de monsters heeft ingevuld en ondertekend;
I dat de monsters, afhankelijk van het product, voldoen aan:
- i)
de desbetreffende voorschriften zoals vastgesteld in Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie (5), of
- ii)
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
- d)
de voorschriften inzake volksgezondheid voor:
- —
binnenkomst in de lidstaat van bestemming, waaronder eventueel etiketterings- en verpakkingsvoorschriften voor de monsters, alsmede
- —
het analyseren of testen van de monsters door de exploitant;
- e)
de exploitant die verantwoordelijk is voor het analyseren of testen van de monsters, met vermelding van het adres van de bedrijfsruimten van de exploitant waarvoor de monsters bestemd zijn;
- f)
de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de officiële controles in de bedrijfsruimten van de exploitant waarvoor de monsters bestemd zijn, alsmede
- g)
de verplichtingen van de voor het analyseren of testen verantwoordelijke exploitant om de monsters niet te mengen met levensmiddelen die bestemd zijn om in de handel te brengen, om registers bij te houden over het gebruik van de monsters en om na de productanalyse of kwaliteitstests de monsters te verwijderen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad (6).
5.
De bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming vermeldt in de in lid 1, punt a), en lid 3, eerste alinea, punt a), bedoelde toestemmingen het maximumaantal monsters dat van officiële controles aan grenscontroleposten is vrijgesteld.
Voetnoten
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 van de Commissie van 24 maart 2021 tot vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden of zones daarvan waaruit de binnenkomst in de Unie van dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong is toegestaan overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 114 van 31.3.2021, blz. 1).
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 van de Commissie van 24 maart 2021 tot vaststelling van de lijsten van derde landen of regio’s daarvan waaruit de binnenkomst in de Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen is toegestaan overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 114 van 31.3.2021, blz. 118).
Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 van de Commissie van 16 december 2020 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van de Verordeningen (EU) 2016/429 en (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft modellen van diergezondheidscertificaten, modellen van officiële certificaten en modellen van diergezondheids-/officiële certificaten, voor de binnenkomst in de Unie en verplaatsingen binnen de Unie van zendingen van bepaalde categorieën dieren en goederen, en officiële certificering met betrekking tot dergelijke certificaten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 599/2004, Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 636/2014 en (EU) 2019/628, Richtlijn 98/68/EG en de Beschikkingen 2000/572/EG, 2003/779/EG en 2007/240/EG (PB L 442 van 30.12.2020, blz. 1).
Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten) (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1).