JWB 2014/210
Erfrecht, verbintenissenrecht
HR 25-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:995
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 april 2014
- Zaaknummer
13/01103
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Erfrecht (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:995, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:187, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑03‑2014
- Wetingang
Essentie
Erfrecht, verbintenissenrecht
Samenvatting
Casus:
Aanleiding voor een groot aantal gerechtelijke procedure is een geschil tussen wettelijke erfgenamen. Centraal staat de kwestie van het door eiser in cassatie vermeende vervalsen van de handtekening van zijn moeder op door hemzelf gefabriceerde volmachten. Volgens het hof heeft eiser, kort gezegd, onrechtmatig gehandeld jegens zijn moeder door dit te doen.
Beslissing:
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen volgens de Hoge Raad niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.