NJ 1964/16
Onteigening van een goed, dat de onteigende partij met zijn kinderen in een gezamenlijk uitgeoefend landbouwbedrijf exploiteert. Vergoeding van bedrijfsschade voor het geheel of slechts voor het deel van vader-eigenaar? Berekening van inkomensschaden bij onteigening van als toekomstig bouwterrein geleidelijk in waarde stijgende cultuurgrond.
HR 16-10-1963, ECLI:NL:HR:1963:133
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 oktober 1963
- Magistraten
Mrs. Boltjes, van Rijn van Alkemade, van der Loos, Dubbink en Tekenbroek
- Zaaknummer
[16101963/NJ_1964-16]
- Conclusie
Mr. Bakhoven
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS139894:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1963:133, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑10‑1963
- Wetingang
(OW art. 40.)
Essentie
Onteigening van een goed, dat de onteigende partij met zijn kinderen in een gezamenlijk uitgeoefend landbouwbedrijf exploiteert. Vergoeding van bedrijfsschade voor het geheel of slechts voor het deel van vader-eigenaar? Berekening van inkomensschaden bij onteigening van als toekomstig bouwterrein geleidelijk in waarde stijgende cultuurgrond.
Samenvatting
Onteigening van gronden van S., eiser tot cassatie, die met behulp van zijn vijf kinderen een landbouwbedrijf uitoefent, ten behoeve waarvan die kinderen zelf kapitaal beschikbaar hebben gesteld, terwijl de Rb. heeft geoordeeld, dat ten deze zich niet voordoet een familie-afspraak, waarbij het de vader zou vrijstaan telkenmale te beslissen, of hij zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.