NJFS 2019/43
Ontnemingsvordering valt niet onder gehomologeerd akkoord in faillissement veroordeelde.
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
27 juni 2018
- Magistraten
Mrs. W.P.C.M. Bruinsma, H.P.Ch. van Dijk, M.C.R. Derkx
- Zaaknummer
22-0001-05
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Sancties
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2018:2023, Uitspraak, Hof Den Haag, 27‑06‑2018
- Wetingang
Essentie
Ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel. De ontnemingsvordering is door de staat niet als (voorwaardelijke) vordering in het faillissement van veroordeelde aangemeld, maar daartoe was de staat ook niet verplicht. Daardoor doet die vordering niet mee in het faillissement, valt deze niet onder de werking van het gehomologeerd akkoord en is de staat ook niet gebonden aan dit akkoord. Het verzoek om het te betalen bedrag te verminderen tot het akkoordpercentage van 3,5% wordt dan ook afgewezen. Volgt vermindering op andere grond.
Partij(en)
Beschikking op het verzoekschrift ex art. 577b Sv ingediend namens verdachte.