Regeling verlening mandaat raad voor rechtsbijstand betreffende verlenen van subsidies en vaststellen van beleidsregels dienaangaande
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 28-07-2010. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2010
- Bronpublicatie:
13-07-2010, Stcrt. 2010, 11936 (uitgifte: 27-07-2010, regelingnummer: 5660769/10)
- Inwerkingtreding
28-07-2010, terugwerkend tot: 01-07-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-07-2010, Stcrt. 2010, 11936 (uitgifte: 27-07-2010, regelingnummer: 5660769/10)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
Aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand wordt mandaat en machtiging verleend om bezwaar en beroep te behandelen als bedoeld in de hoofdstukken 6, 7 en 8 van de Algemene wet bestuursrecht en klachten te behandelen als bedoeld in titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht.
2.
Het krachtens het eerste lid verleende mandaat en de machtiging kunnen verder worden doorgegeven aan onder het bestuur van de raad voor rechtsbijstand ressorterende functionarissen, waarbij niet wordt toegestaan dat functionarissen besluiten nemen in bezwaar of klachten behandelen over besluiten of gedragingen waarbij zij zelf betrokken zijn geweest.