Einde inhoudsopgave
Algemene landsverordening Landsbelastingen [Nederlandse Antillen]
Artikel 50 [Geheimhoudingsplicht]
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2006
- Redactionele toelichting
De tekst van dit artikel, zoals deze luidde op 01-01-2009 is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
11-12-2006, Publicatieblad Nederlandse Antillen 2006, 98 (uitgifte: 11-12-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
30-12-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2006, Publicatieblad Nederlandse Antillen 2006, 98 (uitgifte: 11-12-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Algemeen
1.
Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van de landsverordening en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van de strafbare feiten omschreven in de artikelen 198 en 200 van het Wetboek van Strafvordering.
3.
De Minister kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid vervatte verbod.
4.
Degene die opzettelijk de hem ingevolge het eerste lid opgelegde geheimhoudingsplicht schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaar of een geldboete van ten hoogste NAF. 100.000,-- dan wel met beide straffen.
5.
Degene aan wiens schuld schending van de geheimhouding te wijten is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of een geldboete van ten hoogste NAF. 50.000,--.
6.
Vervolging inzake schending van de geheimhouding wordt slechts ingesteld op klacht van hem, te wiens aanzien de geheimhouding is geschonden.