Wet minimumlonen BES
Artikel 7
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2013
- Bronpublicatie:
19-06-2013, Stb. 2013, 236 (uitgifte: 28-06-2013, kamerstukken: 33556)
- Inwerkingtreding
01-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2013, Stb. 2013, 261 (uitgifte: 28-06-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
1.
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden onder loon verstaan de gelijke inkomsten die een vast bestand- deel van het inkomen uit hoofde van een dienstbetrekking van een werknemer vormen met uitzondering van:
- a.
verdiensten uit overwerk;
- b.
vakantiebijslagen;
- c.
winstuitkeringen;
- d.
uitkeringen bij bijzondere gelegenheden;
- e.
uitkeringen ingevolge aanspraken om na verloop van tijd of onder een voorwaarde één of meer uitkeringen te ontvangen;
- f.
vergoedingen voorzover zij geacht kunnen worden te strekken tot bestrijding van noodzakelijke kosten, die de werknemer in verband met zijn dienstbetrekking heeft te maken;
- g.
bijzondere vergoedingen voor kostwinners en gezinshoofden.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere uitzonderingen dan de in het eerste lid genoemde worden gesteld.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald, dat tot een daarbij aangewezen categorie behorende niet geldelijke inkomsten uit hoofde van de dienstbetrekking mede onder loon worden verstaan. Onze Minister stelt de geldswaarde van deze inkomsten vast. De werkgever of de werknemer kan zich tot Onze Minister wenden met een daartoe strekkend verzoek.
4.
Onze Minister kan regelen stellen naar welke wordt beoordeeld welke inkomsten moeten worden aangemerkt als uitkeringen of vergoedingen als bedoeld in het eerste lid onder c tot en met g.