Rb. Noord-Holland, 03-04-2015, nr. C/15/224505/HA RK 15/62
ECLI:NL:RBNHO:2015:3812
- Instantie
Rechtbank Noord-Holland
- Datum
03-04-2015
- Zaaknummer
C/15/224505/HA RK 15/62
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBNHO:2015:3812, Uitspraak, Rechtbank Noord-Holland, 03‑04‑2015; (Wraking)
Uitspraak 03‑04‑2015
Inhoudsindicatie
Verzoek tot wraking wordt buiten behandeling gesteld omdat het onvoldoende gemotiveerd is en daardoor kennelijk niet- ontvankelijk.
Partij(en)
beslissing
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[jw.sys.1.zaaknr] / [jw.sys.1.rolnummer_rekestnr][datum_beslissing]
Wrakingskamer
zaaknummer / rekestnummer: C/15/224505/HA RK 15/62
Beslissing van 3 april 2015
Op het verzoek tot wraking ingediend door:
[verzoeker],
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
doch feitelijk verblijvende te [verblijfplaats],
verzoeker.
Het verzoek is gericht tegen:
Mr. L.J. Saarloos, mr. J.H. Gisolf en mr. M.A.J. Berkers,
hierna te noemen: de rechters.
1. Procesverloop
1.1
Verzoeker heeft per e-mail, ontvangen door de wrakingskamer op 2 april 2015, schriftelijk de wraking verzocht van de rechters in de bij deze rechtbank, afdeling privaatrecht, sectie Handel & Insolventie, locatie Alkmaar aanhangige zaak met als zaaknummer C/15/224110/HA RK 15/57 hierna te noemen: de hoofdzaak.
1.2
De rechters hebben mondeling laten weten niet in de wraking te berusten.
1.3
De wrakingskamer heeft op grond van de hierna opgenomen overwegingen besloten geen datum te bepalen voor een mondelinge behandeling van het verzoek.
2. De beoordeling van het verzoek
2.1
Op grond van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) kan de rechter die een zaak behandelt, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Daarbij geldt als uitgangspunt dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn.
2.2
Ingevolge het bepaalde in artikel 37 Rv dient een verzoek tot wraking de gronden van het verzoek te bevatten. Verzoeker heeft aangevoerd dat hij vragen heeft toegestuurd aan de rechters waarop hij vóór 2 april 2015 15.00 uur antwoord wilde hebben. Hij heeft verklaard dat hij, nu hij die antwoorden niet voor genoemd tijdstip heeft gekregen, geen andere keuze heeft dan de rechters te wraken. Daarnaast heeft hij aangevoerd dat hij de gevraagde stukken niet heeft verkregen zodat hij in zijn rechtsgang belemmerd wordt. Verzoeker heeft op geen enkele wijze aangevoerd welke specifieke vragen hij gesteld heeft waarop het antwoord aan hem geweigerd is, noch welke specifieke stukken hij heeft opgevraagd en niet heeft verkregen. Verzoeker heeft ook overigens op geen enkele wijze aangegeven dat de rechters bij de behandeling van zijn wrakingsverzoek niet onpartijdig of niet onafhankelijk zullen zijn. Aangezien het verzoek derhalve onvoldoende gemotiveerd is, is het daardoor kennelijk niet-ontvankelijk.
2.3
Overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 9.1 in samenhang met paragraaf 4.1 van het wrakingsprotocol van deze rechtbank, op internet te vinden op de website van de rechtbank onder http://www.rechtspraak.nl/Organisatie/Rechtbanken/Noord-Holland/RegelsEnProcedures , zal de wrakingskamer het verzoek tot wraking van de rechters wegens kennelijke niet-ontvankelijkheid buiten behandeling stellen.
3. Beslissing
De rechtbank
3.1
stelt het verzoek tot wraking buiten behandeling;
3.2
beveelt de griffier onverwijld aan verzoeker en de rechters een voor eensluidende gewaarmerkt afschrift van deze beslissing toe te zenden,
3.3
bepaalt dat de procedure in de hoofdzaak met zaaknummer C/15/224110/HA RK 15/57 wordt voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het schriftelijk verzoek tot wraking en beveelt daartoe de onmiddellijke mededeling van deze beslissing aan de voorzitter van de rechtbank Noord-Holland, afdeling Privaatrecht, sectie Handel & Insolventie, locatie Alkmaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. S.M. Jongkind-Jonker voorzitter, mr. J.L.. Roubos rechter en mr. D.D.M. Hazeu rechter, leden van de wrakingskamer, in tegenwoordigheid van C. Vis-van Zanden, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 3 april 2015
griffier voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.