Wijzigingswet Wet op de dierproeven
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 05-02-1997
- Bronpublicatie:
12-09-1996, Stb. 1996, 500 (uitgifte: 15-10-1996, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22485 Overheid.nl: 22485)
- Inwerkingtreding
05-02-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-1996, Stb. 1997, 29 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Dierenrecht / Algemeen
Wet van 12 september 1996 tot wijziging van de Wet op de dierproeven
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging hebben genomen, dat de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten betreffende de bescherming van dieren die voor experimentele en andere wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt (86/609/EEG, PbEG 358) noopt tot een wijziging van de Wet op de dierproeven, terwijl ook andere ontwikkelingen zodanige wijziging wenselijk maken;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: