Ktr. Amsterdam, 10-11-2008, nr. CV 07-12343
ECLI:NL:RBAMS:2008:BG7868
- Instantie
Rechtbank Amsterdam (Kantonrechter)
- Datum
10-11-2008
- Magistraten
Mr. M.V. Ulrici
- Zaaknummer
CV 07-12343
- LJN
BG7868
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2008:BG7868, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam (Kantonrechter), 10‑11‑2008
Uitspraak 10‑11‑2008
Mr. M.V. Ulrici
Partij(en)
Vonnis van de kantonrechter te Amsterdam in de zaak van:
[eiser 1], wonende te [woonplaats]
en 116 anderen, zoals op aangehechte lijst vermeld
eisers, nader te noemen de Werknemers
gemachtigde: mr. S.A. Tan (Faasen & Partners B.V.)
tegen
1. de besloten vennootschap RR DONNELLY DOCUMENT SOLUTIONS B.V.
gevestigd te Eindhoven
gedaagde, verder ook te noemen Donnelly
gemachtigde: mr. E. de Wind
2. de naamloze vennootschap ING BANK N.V.
en
3. de vennootschap onder firma ING PERSONEEL V.O.F.
beide statutair gevestigd te Amsterdam
gedaagden, verder gezamenlijk ook te noemen ING
gemachtigde: mr. R.A.A. Duk
Verloop van de procedure
De volgende processtukken zijn ingediend:
- —
de dagvaarding van 23 april 2007 inhoudende de vordering van de Werknemers
- —
de conclusie van antwoord van de gedaagden met producties.
Bij tussenvonnis van 18 juli 2007 is bepaald dat de procedure schriftelijk zou worden voortgezet. Vervolgens zijn ingediend:
- —
een akte overlegging producties van de Werknemers
- —
de conclusie van repliek, mede houdende een eiswijziging, van de Werknemers met producties
- —
de conclusie van dupliek van de gedaagden met producties.
Daarna is door partijen pleidooi gevraagd. Voor het pleidooi is nog het volgende stuk ingediend:
- —
een akte van de zijde van de Werknemers, met producties.
Het pleidooi is op 4 februari 2008 gehouden. Daarbij zijn verschenen een aantal van de Werknemers een aantal hunner met de gemachtigde mr. S.A. Tan. Gedaagden zijn eveneens verschenen bij hun gemachtigden, zijnde mr. R.A.A. Duk (voor ING), vergezeld van de heren [naam 1], [naam 2] , [naam 3] en mevrouw [naam 4], en mr. E. de Wind (voor Donnelly), vergezeld van de heer [naam 5] en mevrouw [naam 6].
Partijen hebben ieder aan de hand van een pleitnota, die deel uitmaken van het dossier, de zaak bepleit. Het geschil is voorts door de kantonrechter met partijen besproken.
Na het pleidooi hebben de Werknemers en gedaagden nog — via de kantonrechter — gecorrespondeerd over een onderdeel van het geschil.
Tot slot is vonnis (nader) bepaald op heden.
Gronden van de beslissing
Feiten
1
Bij de beoordeling van het geschil gaat de kantonrechter uit van de volgende feiten en omstandigheden:
- 1.1.
De Werknemers zijn tot 1 april 2007 bij ING in dienst geweest. Zij hebben werkzaamheden verricht voor het onderdeel van ING waarin activiteiten op het gebied van mailroom, scanning, printen en envelopperen, reprografie, fulfilment en IT-ondersteuning t.b.v. deze services, waren ondergebracht; verder ook wel DockING of Document Services genoemd.
- 1.2.
Bij ING kunnen werknemers rechten ontlenen aan de ‘Regeling Personeelsfaciliteiten ING Groep’ en ‘Personeelsoptie- en aandelenplannen ING 1997–2007’; in deze regelingen is een eenzijdig wijzigingsbeding opgenomen. Daarnaast geldt voor de medewerkers de winstdelingsregeling ING.
- 1.3.
Op 16 november 2006 hebben de besloten vennootschap Astron Document Services (Netherlands) BV (verder: Astron), ING en vier vakorganisaties (FNV, CNV, De Unie en BBV) het zogenoemde ‘Employment Protocol Astron en ING Groep betreffende de overgang van ING medewerkers’ (verder: het Protocol) gesloten. In het Protocol zijn de afspraken vastgelegd tussen ING, Astron en de vakorganisaties over het arbeidsvoorwaardenpakket van de medewerkers van ING, die — kort gezegd — naar Astron zouden overgaan en op wleke wijze de arbeidsvoorwaarden van de Werknemers bij ING na de overgang naar Astron invulling zullen krijgen.
- 1.4.
Het Protocol is onderverdeeld in primaire en secondaire arbeidsvoorwaarden en pensioenen. Volgens het Protocol is bij Astron een pakket arbeidsvoorwaarden van toepassing, dat past bij de omvang, cultuur en aard van het bedrijf. Op onderdelen wijkt dat arbeidsvoorwaardenpakket af van de geldende voorwaarden van ING, waarvoor overgangsbeleid en nadere afspraken zijn gemaakt.
- 1.5.
Het Protocol vermeldt daarover in de inleiding:
‘Uitgangspunt is om de arbeidsvoorwaarden, op basis van geldende wettelijke regelingen en mogelijkheden, bij overgang op een financieel gelijkwaardig niveau te brengen en te baseren op één pakket van arbeidsvoorwaarden van Astron, welke gelijkwaardig dient te zijn aan het huidige arbeidsvoorwaardenpakket van de ING medewerkers.’
En:
‘Voor pensioenen en bedrijfsgebonden regelingen gelden aparte afspraken.’
- 1.6.
Het Protocol bevat in artikel 4.1 met betrekking tot pensioenen de volgende bepaling:
‘De betrokken medewerkers gaan op basis van het bepaalde in artikel 7:664 lid I onder a Burgerlijk Wetboek deelnemen in de (nieuwe) Bedrijfstakpensioenregeling ICK..’
In dat verband zal per medewerker een berekening worden gemaakt van het toekomstige pensioenbereik in geval van pensionering bij ING en bij Donnelly en zo daar een hiaat is, wordt voor compensatie verwezen naar het Sociaal kader Sourcing.
- 1.7.
Het Protocol bevat in artikel 5.6 de volgende hardheidsclausule:
‘In die gevallen waarin toepassing van dit protocol zou leiden tot individueel onbillijke situaties, kan Astron van het protocol afwijken in een voor de medewerker gunstige zin, voor zover dit past binnen de strekking en de geest van dit protocol.’
- 1.8.
Per 1 april 2007 heeft ING haar bedrijfsonderdeel DockING aan Astron overgedragen. Het betrof een overname als bedoeld in de EG-Richtlijn 98/50 en artikel 7:662 e.v. BW. Als gevolg van deze overname zijn ruim 700 medewerkers van ING naar Astron overgegaan, daaronder de Werknemers.
- 1.9.
Astron is op enig moment (onderdeel van) Donnelly geworden.
- 1.10.
Er zijn verschillen tussen de arbeidsvoorwaarden van ING en Donnelly. Ondermeer heeft Donnelly geen winstdelings- en optieregeling, kent Donnelly geen personeelskorting op de premie van verzekeringsproducten en ING heeft een bedrijfspensioenregeling (de ING Pensioenregeling), terwijl Donnelly is aangesloten bij de bedrijfstakpensioenregeling ICK. In de procedure is gebracht een ‘Overzicht overeenkomsten en verschillen arbeidsvoorwaarden ING en Astron — kwalitatieve afspraken’ (verder ook het Overzicht).
- 1.11.
In het kader van de overgang hebben de Werknemers ter compensatie van het verdwijnen van (ondermeer) de winstdelingsregeling ING en de personeelskorting bij verzekeringen, persoonlijke leningen en hypotheken, ieder van ING een eenmalige uitkering variërend van € 1.500,00 tot € 5.000,00 ontvangen.
- 1.12.
Geen van de Werknemers heeft een beroep op de in het Protocol voorkomende hardheidsclausule gedaan.
- 1.13.
De Werknemers hebben Astron op 6 februari 2007 gedagvaard voor de Voorzieningenrechter te 's‑Hertogenbosch en gevorderd dat zij veroordeeld zou worden om alle Werknemers afzonderlijk schriftelijk te bevestigen dat hij of zij bij Astron in dienst zal treden met behoud van alle arbeidsvoorwaarden zoals die bestonden ten tijde van de overgang, met inbegrip van de pensioenregeling, met aanhangende vorderingen.
- 1.14.
Bij vonnis in kort geding van 5 maart 2007 heeft de president van de Rechtbank 's‑Hertogenbosch de vordering van de Werknemers afgewezen. Het Hof Den Bosch heeft op 17 juli 2007 in hoger beroep geoordeeld dat het slagen van de door de Werknemers aangevoerde grieven niet konden leiden tot een andere uitspraak dan in 1e aanleg gegeven en heeft die uitspraak bekrachtigd onder verbetering van gronden.
- 1.15.
De onderhavige procedure betreft de bodemzaak van de kort geding-procedures.
Vordering
2
De Werknemers vorderen na de wijziging bij repliek — kort gezegd — een verklaring voor recht dat zij niet gebonden zijn aan het Protocol, dan wel dat het Protocol nietig is voor zover daarin afbreuk wordt gedaan aan de door de artikelen 7:662 e.v. BW beschermde rechten van de Werknemers, met daaruit voortvloeiende vorderingen als in het petitum sub 2 tot en met 8 omschreven; deels op straffe van een dwangsom. Subsidiair vorderen de Werknemers (vordering sub 10) zo dit (gedeeltelijk) geweigerd wordt, de schade te vergoeden, op te maken middels een schadestaat procedure, een en ander met veroordeling van gedaagden in de door de Werknemers gemaakte kosten voor juridische bijstand, voorlopig begroot op € 100.000,00, en met veroordeling van gedaagden in de kosten van de procedure.
3
De Werknemers hebben hun vorderingen onderbouwd als volgt.
De overgang van de Werknemers van ING naar Donnelly wordt beheerst door de (laatstelijk gewijzigde) Richtlijn 2001/23/EG van 12 maart 2001 (verder de EG-Richtlijn) en de Nederlandse uitwerking daarvan in artikel 7:663 BW. Deze regeling brengt mee dat de arbeidsvoorwaarden van de Werknemers, zoals die bij ING bestonden ten tijde van de overgang, één-op-één op Donnelly zijn overgegaan. Het doel van de EG-Richtlijn, zoals ook naar voren komt in de arresten van het Europese Hof van Justitie, en de rechtszekerheid vereisen dat alle rechten en verplichtingen zonder uitzondering overgaan, tenzij zulks onmogelijk is.
4
Bepaalde arbeidsvoorwaarden van de Werknemers zijn echter van de overgang uitgezonderd, terwijl de overgang daarvan misschien wel (veel) geld kost, maar niet onmogelijk is. Tussen ING, Astron en de vakbonden zijn in het Protocol afspraken gemaakt en is gekozen voor een goedkoper alternatief. Die afspraken zijn nietig en de Werknemers zijn er niet aan gebonden. De vorderingen van de Werknemers sub 1 tot en met 8 en 10 (zoals gewijzigd bij repliek), strekken ertoe dat Donnelly alsnog alle arbeidsvoorwaarden, met inbegrip van de ING-CAO, de ING Pensioenregeling, de personeelskortingen en het Sociaal Plan van ING, aan de Werknemers aanbiedt.
5
De Werknemers vorderen voorts dat, indien de vorderingen 1 tot en met 8 en 10 worden geweigerd (derhalve subsidiair), gedaagden worden veroordeeld de door de Werknemers als gevolg van de inbreuk op hun rechten geleden en nog te leiden schade volledig te vergoeden. Middels een schadestaat procedure kan dan de schade worden vast gesteld; daarop ziet dus vordering sub 9 van de Werknemers.
6
De Werknemers voeren bij dit alles aan dat door gedaagden met name als tertiaire of faciliteiten aangeduide arbeidsvoorwaarden — ook wel bedrijfsgebonden voorwaarden of bedrijfsregelingen genoemd en verder als zodanig aangeduid — en de pensioenregeling ING van de overgang zijn uitgezonderd. De Werknemers erkennen dat Donnelly niet in staat is om alle bedrijfsregelingen één-op-één aan te bieden, dat is bijvoorbeeld bij de aandelenoptieregeling niet mogelijk, maar andere lenen zich wel voor overdracht, zoals de winstdelingsregeling ING en de personeelskorting op door ING gevoerde bank- en verzekeringsproducten. Het kost allemaal wel (meer) geld, maar onmogelijk is het niet. Ook de pensioenaanspraken behoren mee over te gaan.
7
Met betrekking tot de bedrijfsregelingen wordt voorts aangevoerd, dat het verlies hiervan ten onrechte niet gecompenseerd is door een volledige vergoeding van de schade, maar door de waarde van deze arbeidsvoorwaarden te herleiden tot een nominaal jaarbedrag, en dit jaarbedrag vermenigvuldigd met 3 vervolgens als afkoopsom aan de Werknemers uit te keren. Deze eenmalige compensatie is vastgesteld naar rato van de duur van het dienstverband en niet naar rato van de grootte van het nadeel. Daarmee kan het dus geen volledige vergoeding zijn van het door de Werknemers geleden nadeel.
8
Doordat de Werknemers bestaan uit een groep van 117 werknemers, is het bezwaarlijk om voor iedere werknemer afzonderlijk de omvang van de door hem of haar geleden en nog te lijden schade toe te lichten. Dat is ook niet nodig. Indien gedaagden alsnog de gelijkwaardigheid garanderen en verder toestaan dat de Werknemers deze gelijkwaardigheid door een door hen aan te wijzen externe beloningsdeskundige laten toetsen en de conclusies en adviezen van deze deskundige om de (eventuele) ongelijkheid op te heffen overnemen, dan vervalt daarmee het materiële belang van de Werknemers bij deze zaak.
9
Met betrekking tot de ING Pensioenregeling stellen de Werknemers nog, dat het Protocol volstaat met de voorziening dat Donnelly, te rekenen vanaf 1 april 2007, een eventueel lager ‘pensioenbereik’ op de pensioendatum door ING ‘zo veel mogelijk’ compenseert. Gelet op het bepaalde in artikel 7:664 BW heeft de verkrijger niet de verplichting, maar slechts het recht om zijn eigen pensioenregeling toe te passen. Donnelly — toen nog Astron geheten — heeft pas kort voor de overname een handvol medewerkers in dienst genomen, om zich vervolgens op artikel 7:664 BW te beroepen. Dit is in strijd met de geest van artikel 7:663 BW en valt te kwalificeren als misbruik van recht en verdraagt zich niet met de eisen van redelijkheid en billijkheid en goed werkgeverschap.
10
Tot slot vorderen de Werknemers aldus (sub 11) dat gedaagden veroordeeld worden tot betaling van een voorschot op de juridische kosten van de Werknemers, tot een bedrag van € 100.000,00. De Werknemers betogen dat dit bijkomende kosten zijn, als bedoeld in artikel 7:654 BW, gemaakt in het kader van een wijziging van de arbeidsovereenkomst, als gevolg van de overgang. Die behoren door gedaagden te worden vergoed. Bij pleidooi is door de Werknemers een overzicht van de reeds in rekening gebrachte kosten ingebracht.
Verweer
11
De gedaagden verweren zich, mede namens elkaar, tegen de vorderingen en voeren — kort gezegd — aan dat er weliswaar sprake is van een overname als bedoeld in artikel 7:662 BW, maar dat betekent niet dat alle bedrijfsregelingen één-op-één overgenomen moeten worden; een dergelijke algemeenheid is onaanvaardbaar. De vorderingen van de Werknemers zijn daarmee in hun algemeenheid te vaag om te worden toegewezen.
12
Het is praktisch onuitvoerbaar en onwenselijk dat een verkrijger verplicht is koste wat kost hetzelfde arbeidsvoorwaardenpakket als de vervreemder te handhaven. Het door ING en Donnelly aangeboden arbeidsvoorwaardenpakket is tenminste gelijkwaardig te achten. Gedaagden pleiten er daarom voor de EG-Richtlijn en in vervolg daarop artikel 7:663 BW zo uit te leggen dat de verkrijger verplicht is minimaal een in waarde gelijk arbeidsvoorwaardenpakket aan de overgegane werknemers aan te bieden, met dien verstande dat waar de verkrijger zonder veel problemen dezelfde arbeidsvoorwaarden kan aanbieden — zoals voor het salaris en dergelijke zal gelden — hij dit ook moet doen.
13
Er dient volgens gedaagden bij dit alles een onderscheid te worden gemaakt tussen arbeidsvoorwaarden die mee overgaan, bedrijfsregelingen die niet mee overgaan omdat dat eenvoudigweg niet kan of mag maar die wel gecompenseerd moeten worden, én faciliteiten die niet mee overgaan en waarvoor de werknemer niet gecompenseerd hoeft te worden omdat de vervreemder deze eenvoudig kan stopzetten. Waar de vervreemder het recht had om een faciliteit in te trekken, heeft de verkrijger dat ook. In dit verband spelen de redelijkheid en billijkheid een rol.
14
Ten aanzien van arbeidsvoorwaarden die de verkrijger niet kan aanbieden, zal dit er in de praktijk op neerkomen dat de werknemer ter compensatie een bedrag ineens wordt gegeven, dan wel dat hem in zijn arbeidsvoorwaardenpakket op andere wijze compensatie wordt geboden. Gedaagden verwijzen ter onderbouwing van hun betoog naar mr R.M. Beltzer, Overgang van onderneming in de publieke en private sector (Kluwer 2008, 2e druk).
15
Uit het Overzicht blijkt dat op de overgrote meerderheid van de relevante punten de arbeidsvoorwaarden voor en na de overgang identiek zijn en voor het overige — daar waar aldus overname van de arbeidsvoorwaarden simpelweg niet kon, mocht of hoefde te geschieden — het verlies daarvan door toepassing van het Protocol ruimschoots is gecompenseerd. Het verloren voordeel is gecompenseerd door één bedrag, berekend op basis van leeftijd en anciënniteit; niet op basis van het genoten voordeel van de werknemer. Om redenen van privacy is niet na te gaan in welke mate een bepaalde werknemer bij ING voordeel van de bedrijfsregelingen genoot.
16
Bovendien verschillen de arbeidsvoorwaarden van de Werknemers onderling bij ING en bij Donnelly nogal; ook de compensatie is verschillend. Het is in zijn algemeenheid niet aannemelijk dat door de Werknemers daadwerkelijk schade is geleden, zeker niet schade die de verstrekte compensatie van het Protocol overtreft. Per persoon is dat ook niet aannemelijk; tekenend is dat geen van de Werknemers een beroep op de hardheidsclausule heeft gedaan.
17
Ten aanzien van de vordering van de Werknemers met betrekking tot de ING Pensioenregeling — door gedaagden gelezen als een vordering tot een voortgezette deelname — stellen gedaagden nog dat de Werknemers geen belang hebben bij hun vordering. De Werknemers ondervinden geen enkel nadeel van het feit dat Donnelly hen als deelnemers in de Pensioenregeling ICK heeft opgenomen. Onderzoek heeft namelijk uitgewezen dat 75% van de bij de overgang betrokken werknemers er voor wat betreft pensioen op vooruit gaat en dat voor de overige 25% compensatie via het Protocol (en het Sociaal Kader Sourcing) plaatsvindt. De Werknemers zijn feitelijk zelfs beter af.
18
Gedaagden wijzen daarbij op artikel 7:664 lid 1 sub a BW. Bij de toepassing van dat artikel is het irrelevant of de verkrijger sinds langere of kortere tijd een onderneming in Nederland drijft of dat de pensioenregelingen qua inhoud verschillen. Het enkele feit dat Donnelly nog niet zo lang in Nederland actief is, betekent niet dat er sprake is van misbruik van recht. Op 1 april 2007, de datum van overgang, had Donnelly 7 werknemers in dienst en de overgenomen Werknemers hebben dezelfde pensioentoezegging gekregen als deze werknemers, te weten deelname aan de Pensioenregeling ICK. Dat valt binnen de wettelijk gegeven uitzondering, zelfs als de nieuwe regeling slechter zou zijn dan de regeling die voor de Werknemers gold vóór de overgang; hetgeen overigens niet het geval is.
19
Met betrekking tot de gevorderde kosten betogen gedaagden dat deze niet vallen onder de werking van artikel 7:654 BW. Dat artikel betreft louter de kosten van het opmaken van de overeenkomst en daarvan is hier geen sprake. Wat de Werknemers eigenlijk vorderen zijn de gerechtelijke kosten en daarin voorziet het liquidatietarief en de Wet Tarieven Burgerlijke zaken.
Beoordeling
20
Los van de wijze waarop de vorderingen van de Werknemers zijn geformuleerd, ziet het geschil (vgl ook Hof 's‑Hertogenbosch 17 juli 2007, JAR 2007, 211) in haar kern op de vraag of de bedrijfsregelingen ING (waaronder dus met name de winstdelingsregeling ING, de personeelskortingen en de optieregeling) en de Pensioenregeling ING, als gevolg van de overgang van het ondernemingsonderdeel naar Donnelly deel zijn gaan uitmaken van de verplichtingen van Donnelly jegens de Werknemers, die bij de overgang betrokken zijn of dat, zoals gedaagden hebben betoogd, bepaalde bedrijfsregelingen, die eigenlijk faciliteiten zijn en die eenzijdig door de vervreemder kunnen worden ingetrokken, van die overgang zijn uitgezonderd.
21
Overwogen wordt dat ingevolge het bepaalde in de EG-Richtlijn, in de Nederlandse wetgeving in essentie neergelegd in artikel 7:663 BW, álle rechten en verplichtingen, die op het tijdstip van overgang voor de werkgever voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst, van rechtswege overgaan op de verkrijger. Daaronder dus ook de zogenoemde faciliteiten, die op het moment van overgang voor de Werknemers bestonden en feitelijk niet door ING (eenzijdig) waren ingetrokken.
Van dat beginsel kan, mede in het licht van HvJ 10 februari 1988, NJ 1990/423 (‘Daddy's Dance Hall’) en HvJ 25 juli 1991, NJ 1994/168 (‘d'Urso’), niet worden afgeweken, ook al hebben de vakorganisaties daarmee (vooraf) ingestemd.
22
Dit betekent echter niet, dat een werknemer van de verkrijger één-op-één nakoming kan vorderen van de aldus overgegane arbeidsvoorwaarden. Er zijn omstandigheden denkbaar waaronder het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn dat een werknemer met een beroep op artikel 7:663 BW verlangt dat alle door de vervreemder gehanteerde arbeidsvoorwaarden onverkort worden gehandhaafd. Aan die beoordeling moeten wel hoge eisen worden gesteld en dient te geschieden binnen het kader van een feitelijke onmogelijkheid voor de verkrijger een bepaalde arbeidsvoorwaarde aan te bieden of de disproportionele kosten die voor de verkrijger met de nakoming gemoeid zouden zijn.
Of de betreffende arbeidsvoorwaarde wel mee overgaat maar er na de overgang geen nakoming van gevorderd kan worden óf niet mee overgaat, is in zoverre niet relevant dat het voor de betrokken werknemer hetzelfde gevolg heeft; hij verliest zijn aanspraak op de arbeidsvoorwaarde.
23
Nu de EG-Richtlijn en artikel 7:663 BW ten doel hebben dat werknemers na en door de overgang niet slechter af zijn, zal het verlies van een aanspraak op redelijke wijze gecompenseerd moeten worden. Die compensatie zal dienen te geschieden door middel van andere gelijkwaardige aanspraken of door middel van een redelijke vergoeding, die in verhouding. Indien door de vervreemder en de verkrijger voorafgaand aan de overname met de vakorganisaties over het compenseren van te verliezen arbeidsvoorwaarden overleg is gevoerd en tot bepaalde afspraken is gekomen (zoals in casu bij het Protocol), zal de uitkomst van dat overleg betrokken worden bij de beoordeling of de geboden vergoeding redelijk is. Zoals ook het gehele pakket van arbeidsvoorwaarden, waar de werknemer bij de verkrijger recht op krijgt, en alle overige feiten en omstandigheden een rol spelen.
Niet relevant is overigens wie de vergoeding betaalt; de vervreemder of de verkrijger.
24
Dit alles betekent dat de vorderingen sub 1 tot en met 8 en 10, zoals gewijzigd bij repliek, in hun algemeenheid niet voor toewijzing in aanmerking komen. Per arbeidsvoorwaarde zal beoordeeld moeten worden of het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat van Donnelly gevergd wordt dat een bepaalde arbeidsvoorwaarde voor de Werknemers gehandhaafd blijft en zo ja, of het verlies van de arbeidsvoorwaarde mede in het licht van de reeds door ING uitgekeerde compensatie, de Werknemers ten opzichte van Donnelly recht geeft op een (verdere) vergoeding en dus of een deel van de vorderingen (namelijk met betrekking tot het verlies van een specifieke arbeidsvoorwaarde) al dan niet gegrond is.
25
Voor wat betreft vordering 2 (met betrekking tot de ING CAO) geldt daarbij nog dat daarvoor artikel 14a van de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomsten (WCAO) een eigen regeling geeft. Er is onvoldoende gesteld om te oordelen dat Donnelly die wettelijke verplichting niet nakomt of is nagekomen, zodanig dat de verklaring voor recht als onder 2 gevorderd zou moeten worden toegewezen.
26
Het valt buiten de reikwijdte van het geschil om te beoordelen of alle niet nader benoemde arbeidsvoorwaarden, die ten tijde van de overgang voor de Werknemers bij ING golden, door Donnelly (ten onrechte niet) gehandhaafd zijn. Uit de dagvaarding en de conclusie van repliek heeft de kantonrechter aldus gedestilleerd dat het in de kern gaat om het verlies van aanspraken uit hoofde van de eerder bedoelde bedrijfsregelingen, het sociaal plan ING en de ING pensioenregeling.
27. De bedrijfsregelingen
De kantonrechter begrijpt uit de (veelheid van) stukken dat het hier gaat om de winstdelingsregeling (deelname in de winst van ING), de optieregeling (op aandelen ING) en de door ING in de markt gevoerde financiële producten waarvan de medewerkers in de gelegenheid worden gesteld deze met korting af te nemen.
Donnelly heeft zelf geen winstdelingsregeling (als bij ING) of optieregeling en kan deze laatste als besloten vennootschap niet aanbieden; zij voert voorts de betreffende financiële producten niet. Het is voor haar dus feitelijk onmogelijk deze arbeidsvoorwaarden aan te bieden en dan is het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet aanvaardbaar om van Donnelly te verlangen deze arbeidsvoorwaarden te handhaven.
28
Beoordeeld moet vervolgens worden of het verlies van deze arbeidsvoorwaarden door ING en Donnelly afdoende is gecompenseerd. ING heeft ter zake van het verlies van de deze arbeidsvoorwaarden aan de Werknemers een uitkering verstrekt, die afhankelijk is gemaakt van het aantal dienstjaren van de betrokken medewerker, met een minimum en een maximum bedrag. Met betrekking tot de optieregeling is ook nog apart een optievervalbeding van 1 jaar en een afkoopbedrag toegekend.
Er is door de Werknemers onvoldoende gesteld waaruit zou kunnen volgen dat deze vergoeding voor één of voor alle Werknemers de geleden schade onvoldoende zou dekken of in een specifiek geval onredelijk is geweest. Er is ook geen beroep op de hardheidsclausule gedaan.
De vordering van de Werknemers op dit punt zal derhalve worden afgewezen.
29. Het sociaal plan ING
Het sociaal plan ING is geen CAO. Het geeft de regeling, waaronder boventallige medewerkers bij ING intern worden herplaatst. Inherent aan de situatie is dat Donnelly er niet voor kan zorgdragen dat de Werknemers ‘voorrangskandidaat worden bij de invulling van vacatures binnen ING’ of kan zorgen voor ‘herplaatsing van eventuele boventallige medewerkers bij ING’. Echter, niet voldoende concreet is gesteld dat de Werknemers door het verlies van aanspraken uit het sociaal plan schade hebben geleden, die door Donnelly vergoed dient te worden. Ook zonder sociaal plan dient Donnelly immers, indien één van haar werknemers boventallig wordt, waar mogelijk te zorgen voor herplaatsing binnen haar bedrijf.
30. ING Pensioenregeling
Voor wat de pensioenregeling betreft wordt overwogen dat artikel 7:664 een door de EG-Richtlijn toegestane uitzondering geeft op het beginsel van artikel 7:663 BW, waarbij onder bepaalde voorwaarden uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen omtrent pensioen niet mee overgaan. Er zijn gevallen denkbaar waarin geconcludeerd moet worden dat het beroep van de verkrijger op de uitzondering van artikel 7:664 BW misbruik van recht als bedoeld in artikel 3:13 BW of strijd met goed werkgeverschap ex artikel 7:611B W oplevert. Daarvoor is echter wel meer vereist dan het enkele feit dat eerst kort voor de overgang de verkrijger werknemers in dienst heeft genomen of dat de pensioenregeling van de verkrijger mogelijk slechter is dan die van de vervreemder, zoals de Werknemers hebben gesteld. Meer is door de Werknemers hierover niet gesteld.
31
Nu bovendien ook niet is gebleken dat de Werknemers door de overgang pensioenrechten zijn misgelopen en Donnelly en ING voor alle Werknemers individuele berekeningen hebben opgesteld, waaruit volgt dat de Werknemers, zeker met toepassing van het Protocol en het Sociaal kader Sourcing, zelfs beter af zijn onder de Pensioen-regeling ICK, zal de vordering van de Werknemers op dit punt eveneens worden afgewezen.
32
Resteert de vraag of de vordering van de Werknemers op het punt van de kosten — zoals verwoord in de conclusie van repliek onder (11) — toegewezen moet worden. Die vraag wordt negatief beantwoord. Hoewel de kantonrechter uit het overgelegde kostenoverzicht begrijpt dat met de belangenbehartiging van de Werknemers aanzienlijke kosten gemoeid zijn, zijn de gevorderde kosten niet aan te merken als kosten als bedoeld in artikel 7:654 BW en is er geen grond om buiten de reikwijdte van art 237 Rv kosten tot het gevorderde bedrag toe te wijzen.
33
Wel acht de kantonrechter termen aanwezig om de kosten tussen partijen te compenseren in dier voege dat iedere partij de eigen kosten draagt.
34
Dit alles betekent dat de vordering van de Werknemers wordt afgewezen.
Beslissing
De kantonrechter:
- I.
wijst de vordering af;
- II.
bepaalt dat de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd in dier voege dat ieder de eigen kosten draagt.
Aldus gewezen door mr. M.V. Ulrici, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 november 2008 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier
De kantonrechter
- 1)
[eiser 1], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 2)
[eiseres 2], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 3)
[eiser 3], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 4)
[eiseres 4], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 5)
[eiseres 5], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 6)
[eiseres 6], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 7)
[eiseres 7], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 8)
[eiser 8], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 9)
[eiser 9], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 10)
[eiseres 10], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 11)
[eiseres 11], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 12)
[eiser 12], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 13)
[eiseres 13], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 14)
[eiseres 14], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 15)
[eiser 15], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 16)
[eiser 16], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 17)
[eiseres 17], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 18)
[eiseres 18], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 19)
[eiser 19], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 20)
[eiser 20], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 21)
[eiseres 21], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 22)
[eiser 22], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 23)
[eiser 23], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 24)
[eiser 24], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 25)
[eiser 25], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 26)
[eiser 26], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 27)
[eiseres 27], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 28)
[eiser 28], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 29)
[eiser 29], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 30)
[eiser 30], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 31)
[eiser 31], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 32)
[eiser 32], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 33)
[eiser 33], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 34)
[eiser 34], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 35)
[eiseres 35], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 36)
[eiseres 36], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 37)
[eiseres 37], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 38)
[eiser 38], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 39)
[eiseres 39], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 40)
[eiser 40], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 41)
[eiseres 41], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente] aan de [adres];
- 42)
[eiser 42], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 43)
[eiseres 43], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 44)
[eiser 44], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 45)
[eiser 45], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 46)
[eiser 46], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 47)
[eiseres 47], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 75)
[eiseres 75], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 76)
[eiser 76], wonende te ([postcode]) [woonplaats], Duitsland, aan de [adres];
- 77)
[eiseres 77], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 78)
[eiser 78], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 79)
[eiser 79], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 80)
[eiser 80], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 81)
[eiser 81], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 82)
[eiseres 82], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 83)
[eiseres 83], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 84)
[eiser 84], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 85)
[eiser 85], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 86)
[eiseres 86], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 87)
[eiseres 87], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de t [adres];
- 88)
[eiser 88], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 89)
[eiser 89], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 90)
[eiseres 90], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 91)
[eiser 91], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 92)
[eiser 92], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 93)
[eiser 93], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 94)
[eiseres 94], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 95)
[eiser 95], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 96)
[eiser 96], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 97)
[eiseres 97], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 98)
[eiser 98], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 99)
[eiseres 99], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 100)
[eiser 100], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 101)
[eiseres 101], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 102)
[eiser 102], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 103)
[eiser 103], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 104)
[eiser 104], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 105)
[eiseres 105], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 106)
[eiser 106], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 107)
[eiser 107], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 108)
[eiser 108], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 109)
[eiseres 109], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 110)
[eiser 110], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 111)
[eiser 111], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 112)
[eiser 112], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 113)
[eiser 113], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 114)
[eiseres 114], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres];
- 115)
[eiser 115], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 116)
[eiseres 116], wonende te ([postcode]) [woonplaats] aan de [adres];
- 117)
[eiser 117], wonende te ([postcode]) [woonplaats], gemeente [gemeente], aan de [adres].