Einde inhoudsopgave
Wet vergoedingen leden Eerste Kamer
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 27-04-2007
- Bronpublicatie:
08-03-2007, Stb. 2007, 149 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken: 30903)
- Inwerkingtreding
27-04-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-03-2007, Stb. 2007, 149 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken: 30903)
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Arbeidsvoorwaarden
Staatsrecht / Wetgeving
Wet van 18 mei 1995, houdende regeling van de vergoeding voor de werkzaamheden, de secundaire voorzieningen en de kostenvergoedingen van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, alsmede van de toelage en de andere voorzieningen van de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het, mede gelet op artikel 63 van de Grondwet, wenselijk is een wettelijke regeling te treffen van de vergoeding voor de werkzaamheden, van de secundaire voorzieningen en van de kostenvergoedingen van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, alsmede van de toelage en de andere voorzieningen van de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: