Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 3.20.6 Afwijzingsgronden
Geldend
Geldend van 24-09-2022 tot 01-07-2026
- Bronpublicatie:
22-09-2022, Stcrt. 2022, 25148 (uitgifte: 23-09-2022, regelingnummer: WJZ/ 22348301)
- Inwerkingtreding
24-09-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-09-2022, Stcrt. 2022, 25148 (uitgifte: 23-09-2022, regelingnummer: WJZ/ 22348301)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
De minister beslist afwijzend op een aanvraag voor subsidie indien:
- a.
de werknemer:
- 1°
in een periode van minder dan twee jaar voorafgaand aan de aanvraag voor subsidie bij een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs het eindexamen heeft afgelegd;
- 2°
voor 1 juli 2022 werkzaam was in een ICT- en techniek-kansrijk beroep binnen een zelfde beroepsgroep, als bedoeld in bijlage 3.20; of
- 3°
voor 1 juli 2022 gestart is met het omscholingstraject waarop de aanvraag voor subsidie betrekking heeft;
- b.
niet aannemelijk is dat de subsidieaanvrager voornemens is met de werknemer een arbeidsovereenkomst te sluiten of heeft gesloten voor ten minste:
- 1°
de looptijd van het omscholingstraject; en
- 2°
een periode van zes maanden na afronding van het omscholingstraject, in het geval de werknemer het omscholingstraject met een voldoende resultaat afrondt;
- c.
de bij het desbetreffende omscholingstraject behorende scholing niet:
- 1°
is opgenomen in het scholingsregister, bedoeld in artikel 21 van de Subsidieregeling STAP-budget; of
- 2°
leidt tot een door de overheid, branche of sector erkend certificaat;
- d.
niet aannemelijk is dat de bij het desbetreffende omscholingstraject behorende praktijkondersteuning wordt aangeboden door een praktijkbegeleider die beschikt over de benodigde kennis en ervaring;
- e.
op grond van deze titel voor hetzelfde omscholingstraject voor dezelfde werknemer, of in totaal voor ten minste zes omscholingstrajecten eerder subsidie is verstrekt aan de subsidieaanvrager;
- f.
aan de subsidieaanvrager voor hetzelfde omscholingstraject voor dezelfde werknemer subsidie is verleend op grond van de Subsidieregeling praktijkleren of de Stimuleringsregeling voor leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen en specifiek voor de grootbedrijven in de landbouw-, horeca- of recreatiesector; of
- g.
de subsidiabele kosten niet ten minste:
- 1°
€ 1.000 zouden bedragen voor de bij het desbetreffende omscholingstraject behorende scholing;
- 2°
€ 1.000 zouden bedragen voor de bij het desbetreffende omscholingstraject behorende praktijkondersteuning; of
- 3°
€ 7.500 zouden bedragen voor het gehele omscholingstraject.