Einde inhoudsopgave
Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945
Artikel 24
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Redactionele toelichting
Goedgekeurd bij de wet van 15-11-2012, Stb. 574.
- Bronpublicatie:
02-08-2012, Stb. 2012, 361 (uitgifte: 08-08-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2012, Stb. 2012, 329 (uitgifte: 18-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met art. I van de Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd (12-07-2012, Stb. 328).
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid ouderen / Bijzondere onderwerpen
1.
De garantie-uitkering bedraagt een percentage van het bedrag, bedoeld in artikel 11.
2.
Het percentage, bedoeld in het eerste lid, bedraagt:
- a.
voor het burger-oorlogsslachtoffer, dat de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, nog niet heeft bereikt:
- 1e.
80, indien hij is gehuwd, tenzij hij duurzaam gescheiden leeft van zijn echtgenoot;
- 2e.
75, indien hij niet is gehuwd of duurzaam gescheiden leeft van zijn echtgenoot en minderjarige kinderen te zijnen laste heeft;
- 3e.
70, indien hij als alleenstaande moet worden aangemerkt;
- b.
voor het burger-oorlogsslachtoffer, dat de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, heeft bereikt:
- 1e.
65, indien hij is gehuwd, tenzij hij duurzaam gescheiden leeft van zijn echtgenoot;
- 2e.
55, indien hij niet is gehuwd of duurzaam gescheiden leeft van zijn echtgenoot en minderjarige kinderen te zijnen laste heeft;
- 3e.
45, indien hij als alleenstaande moet worden aangemerkt.