Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) 2015/35 tot aanvulling van Richtlijn 2009/138/EG betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
Artikel 238
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2015
- Bronpublicatie:
10-10-2014, PbEU 2015, L 12 (uitgifte: 17-01-2015, regelingnummer: 2015/35)
- Inwerkingtreding
18-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-10-2014, PbEU 2015, L 12 (uitgifte: 17-01-2015, regelingnummer: 2015/35)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
De in artikel 122 van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde mogelijkheid om een andere periode of risicomaatstaf te hanteren dan die welke in artikel 101, lid 3, van die richtlijn worden genoemd, geldt zowel voor het interne model als geheel als voor de verschillende risicocategorieën of belangrijke bedrijfsonderdelen binnen dat interne model.
2.
In het kader van het vereiste dat wordt aangetoond dat de in artikel 122, lid 3, van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde bescherming aan verzekeringnemers wordt geboden, wordt onder meer het bewijs geleverd dat de in dat artikel bedoelde benaderingen geen materiële fout in het solvabiliteitskapitaalvereiste veroorzaken en evenmin resulteren in een lager solvabiliteitskapitaalvereiste dan het solvabiliteitskapitaalvereiste dat conform de vereisten van artikel 101, lid 1, van die richtlijn is berekend.
Wanneer de benaderingen op de herschaling van gemodelleerde risico's zijn gebaseerd, tonen de in artikel 122, lid 3, van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde ondernemingen aan dat de herschaling geen afbreuk doet aan de uitkomst van de benaderingen.
Wanneer de gebruikte periode van de risicomaatstaf verschillend is van de in artikel 101, lid 3, van Richtlijn 2009/138/EG genoemde periode, houden de in artikel 122, lid 3, van die richtlijn bedoelde ondernemingen rekening met alle volgende aspecten:
- (a)
of de gebeurtenissen gelijk gespreid zijn in de tijd en zo neen, hoe dat in de benaderingen tot uiting komt;
- (b)
of alle significante risico's over een periode van een jaar naar behoren worden beheerd;
- (c)
of de gebruikte periode langer is dan in artikel 101, lid 3, van Richtlijn 2009/138/EG is aangegeven en of de onderneming tijdens die periode terdege met de solvabiliteitspositie rekening heeft gehouden;
- (d)
of de gebruikte periode passend is gelet op de gemiddelde looptijd van de verplichtingen van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming, het bedrijf van de onderneming en, in voorkomend geval, de aan lange perioden verbonden onzekerheden;
- (e)
alle bij de benaderingen gemaakte aannamen ten aanzien van de afhankelijkheden tussen de risico's over achtereenvolgende perioden.
3.
Eenmaal per jaar en telkens als het risicoprofiel van de verzekerings- of herverzekeringsonderneming significant verandert, tonen verzekerings- en herverzekeringsondernemingen aan dat de bij artikel 122, lid 3, van Richtlijn 2009/138/EG vereiste bescherming wordt geboden.
4.
De in artikel 122, lid 3, van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde benaderingen worden als een deel van het interne model beschouwd.