Einde inhoudsopgave
Regeling diergeneesmiddelen 2022
Artikel 5.3 Met aangewezen substanties behandelde dieren
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
29-11-2022, Stcrt. 2022, 32903 (uitgifte: 07-12-2022, regelingnummer: WJZ/ 22519768)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-11-2022, Stcrt. 2022, 32903 (uitgifte: 07-12-2022, regelingnummer: WJZ/ 22519768)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veterinair recht
1.
Het is een ieder verboden:
- a.
landbouwhuisdieren of aquacultuurdieren waarbij op enigerlei wijze substanties als bedoeld in bijlage II en III van richtlijn 96/22/EG met thyreostatische, oestrogene, androgene of gestagene werking alsmede ß- agonisten zijn toegepast in de handel te brengen;
- b.
landbouwhuisdieren of aquacultuurdieren in de handel te brengen waarbij op enigerlei wijze in strijd met verordening (EG) nr. 470/2009 farmacologisch werkzame substanties zijn toegepast;
- c.
landbouwhuisdieren of aquacultuurdieren in de handel te brengen waarvoor in het geval van toediening van toegestane stoffen of producten de daarvoor voorgeschreven wachttijd niet in acht is genomen;
- d.
verwerkte producten of vlees van dieren als bedoeld in de onderdelen a en b in de handel te brengen.
2.
Het eerste lid, onderdelen a, b en d, is niet van toepassing op dieren als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en verwerkte producten of vlees van die dieren, indien bij die dieren diergeneesmiddelen zijn toegepast overeenkomstig verordening (EU) nr. 2019/6.
3.
Het eerste lid, aanhef en onderdeel b, is niet van toepassing op dieren als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en verwerkte producten of vlees van die dieren, indien overeenkomstig de artikelen 18 en 19 van verordening (EG) nr. 470/2009 een actiedrempel voor een farmacologisch werkzame substantie is vastgesteld en deze actiedrempel niet is overschreden.