Zie het bewezenverklaarde in de zaak met parketnummer 01-849739-12 onder 4c, 4d, 4f en 9b alsmede 01-845234-12.
HR, 19-12-2017, nr. 16/01282
ECLI:NL:HR:2017:3199
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19-12-2017
- Zaaknummer
16/01282
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2017:3199, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑12‑2017; (Cassatie)
In cassatie op: ECLI:NL:GHSHE:2015:3956, Niet ontvankelijk
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:1398, Gevolgd
ECLI:NL:PHR:2017:1398, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 28‑11‑2017
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2017:3199, Gevolgd
Uitspraak 19‑12‑2017
Inhoudsindicatie
Geen middelen ingediend, verdachte n-o. Samenhang met 15/05057.
Partij(en)
19 december 2017
Strafkamer
nr. S 16/01282
KD/EC
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 7 oktober 2015, nummer 20/000845-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Middelen van cassatie zijn namens deze niet voorgesteld.De Advocaat-Generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu de verdachte niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 437, tweede lid, Sv, zodat de verdachte in het beroep niet kan worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 december 2017.
Conclusie 28‑11‑2017
Inhoudsindicatie
Geen middelen ingediend, verdachte n-o. Samenhang met 15/05057.
Nr. 16/01282 Zitting: 28 november 2017 | Mr. B.F. Keulen Conclusie inzake: [verdachte] |
1. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft de verdachte bij arrest van 7 oktober 2015 gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaard en ter zake van diefstallen,1.gekwalificeerde diefstallen2.en pogingen daartoe3.alsmede “opzetheling, meermalen gepleegd”, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen jaren, met aftrek als bedoeld in art. 27 Sr. Voorts heeft het hof beslissingen genomen ten aanzien van de inbeslaggenomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, alsmede ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen, een en ander zoals nader in het arrest omschreven.
2. In deze zaak bestaat samenhang met de zaak 15/05057, waarin ik vandaag eveneens concludeer.4.
3. Namens de verdachte is beroep in cassatie ingesteld.
4. De aanzegging als bedoeld in art. 435, eerste lid, Sv is op 21 april 2017 in persoon aan de verdachte betekend. De in het tweede lid van art. 437 Sv gestelde termijn van twee maanden liep derhalve af op dinsdag 20 juni 2017. Gedurende deze termijn is geen schriftuur houdende middelen van cassatie binnengekomen.
5. Nu de verdachte niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, kan hij ingevolge art. 437, tweede lid, Sv niet in zijn cassatieberoep worden ontvangen.
6. Deze conclusie strekt ertoe dat de Hoge Raad de verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren in het ingestelde cassatieberoep.
De procureur-generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG
Voetnoten
Voetnoten Conclusie 28‑11‑2017
Zie het bewezenverklaarde in de zaak met parketnummer 01-849739-12 onder 2a, 2b, 3, 4a, 4b, 4e, 5a, 5b, 9c, 11a, 11b, 11c, 12 en 14.
Zie het bewezenverklaarde in de zaak met parketnummer 01-849739-12 onder 1a, 1b, 6a, 6b en 10.
Het betreft de zaak van verdachte’s echtgenoot met wie hij samenwoont aan het [a-straat 1] te [plaats].