Einde inhoudsopgave
Statuut van de internationale arbeidsorganisatie
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 01-11-1974
- Bronpublicatie:
22-06-1972, Trb. 1975, 102 (uitgifte: 01-01-1975, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-1974
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-1972, Trb. 1975, 102 (uitgifte: 01-01-1975, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Internationale Arbeidsorganisatie kan met de Verenigde Naties zodanige financiële en budgettaire regelingen treffen als wenselijk worden geacht.
2.
In afwachting van het treffen van zodanige regelingen of indien te eniger tijd zodanige regelingen niet van kracht zijn:
- (a)
betaalt ieder Lid de reis- en verblijfkosten van zijn afgevaardigden en hun adviseurs alsmede van zijn vertegenwoordigers die deelnemen aan de zittingen van de Conferentie en van de Raad van Beheer, naar gelang van het geval;
- (b)
worden alle andere kosten van het Internationaal Arbeidsbureau en van de zittingen van de Conferentie of van de Raad van Beheer betaald door de Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau uit de algemene middelen van de Internationale Arbeidsorganisatie;
- (c)
worden de regelingen met betrekking tot de goedkeuring van de begroting van de Internationale Arbeidsorganisatie, alsmede tot het bepalen en het innen van de bijdragen van de Leden, vastgesteld door de Conferentie met een meerderheid van twee derde der door de aanwezige afgevaardigden uitgebrachte stemmen, en houden deze regelingen in dat de begroting en de regelingen betreffende de verdeling van de kosten onder de Leden van de Organisatie moeten worden goedgekeurd door een commissie bestaande uit regeringsafgevaardigden.
3.
De kosten van de Internationale Arbeidsorganisatie worden gedragen door de Leden overeenkomstig de krachtens lid 1 of lid 2, letter (c), van dit artikel geldende regelingen.
4.
Een lid van de Organisatie dat nog niet zijn financiële bijdrage aan de Organisatie heeft betaald, mag geen stem uitbrengen in de Conferentie, de Raad van Beheer, enige commissie of bij de verkiezing van de Leden van de Raad van Beheer, indien het achterstallige bedrag gelijk is aan of meer bedraagt dan het door hem over de twee volle voorafgaande jaren verschuldigde bedrag. De Conferentie kan evenwel met een meerderheid van twee derde der door de aanwezige afgevaardigden uitgebrachte stemmen een zodanig Lid toestaan te stemmen indien zij overtuigd is dat de achterstallige betaling te wijten is aan omstandigheden die buiten de macht van het Lid liggen.
5.
De Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau is tegenover de Raad van Beheer verantwoordelijk voor de besteding van de middelen van de Internationale Arbeidsorganisatie.