Einde inhoudsopgave
Wet op de vennootschapsbelasting 1969
Artikel 29c [Verstrekking landenrapport]
Geldend
Geldend vanaf 05-06-2017
- Redactionele toelichting
Vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot het eerste verslagjaar van de multinationale groep dat begint op of na 01-01-2016.
- Bronpublicatie:
29-05-2017, Stb. 2017, 215 (uitgifte: 02-06-2017, kamerstukken: 34651)
- Inwerkingtreding
05-06-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-05-2017, Stb. 2017, 215 (uitgifte: 02-06-2017, kamerstukken: 34651)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting (V)
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
1.
Een uiteindelijkemoederentiteit die haar fiscale vestigingsplaats in Nederland heeft, verstrekt de inspecteur binnen twaalf maanden na de laatste dag van een verslagjaar een landenrapport als bedoeld in artikel 29e dat betrekking heeft op dat verslagjaar.
2
Een fiscaal in Nederland gevestigde groepsentiteit die niet de uiteindelijkemoederentiteit van een multinationale groep is, verstrekt de inspecteur binnen twaalf maanden na de laatste dag van een verslagjaar van de multinationale groep waarvan ze een groepsentiteit is, een landenrapport als bedoeld in artikel 29e dat betrekking heeft op dat verslagjaar, indien:
- a.
de uiteindelijkemoederentiteit van de multinationale groep niet verplicht is een landenrapport in te dienen in de staat waarvan zij fiscaal inwoner is;
- b.
uiterlijk twaalf maanden na de laatste dag van het verslagjaar met de staat waarvan de uiteindelijkemoederentiteit fiscaal inwoner is wel een overeenkomst van kracht is die voorziet in de uitwisseling van inlichtingen, waaronder de automatische uitwisseling van inlichtingen, maar er geen in werking zijnde overeenkomst tussen de bevoegde autoriteiten van die staat en Nederland is die voorziet in de automatische uitwisseling van landenrapporten; of
- c.
de inspecteur de groepsentiteit heeft bericht dat er sprake is van een systematische nalatigheid van de staat waarvan de uiteindelijkemoederentiteit fiscaal inwoner is.
3.
Indien meerdere groepsentiteiten van dezelfde multinationale groep fiscaal inwoner zijn van een lidstaat van de Europese Unie en aan een of meer van de voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a, b en c, wordt voldaan, mag de multinationale groep een van die groepsentiteiten aanwijzen om uiterlijk binnen twaalf maanden na de laatste dag van het verslagjaar van de multinationale groep te voldoen aan de verplichting tot het verstrekken van een landenrapport als bedoeld in artikel 29e dat betrekking heeft op dat verslagjaar. Een groepsentiteit kan niet worden aangewezen als groepsentiteit als bedoeld in de eerste volzin indien deze niet alle nodige informatie heeft ontvangen of verkregen om aan de verplichting, bedoeld in artikel 29d, derde lid, eerste volzin, te kunnen voldoen. De aangewezen groepsentiteit die fiscaal inwoner is van Nederland bericht de inspecteur dat de verstrekking van het landenrapport geschiedt om te voldoen aan de verplichtingen die gelden voor alle groepsentiteiten van die multinationale groep die fiscaal inwoner van een lidstaat van de Europese Unie zijn.
4.
Een groepsentiteit als bedoeld in het tweede of derde lid is niet verplicht de inspecteur binnen twaalf maanden na de laatste dag van een verslagjaar van de multinationale groep waarvan zij een groepsentiteit is een landenrapport als bedoeld in artikel 29e te verstrekken indien die multinationale groep binnen die termijn een zodanig landenrapport beschikbaar stelt via een surrogaatmoederentiteit die dit rapport verstrekt aan de belastingautoriteiten van de staat waarvan zij fiscaal inwoner is. Indien de surrogaatmoederentiteit haar fiscale vestigingsplaats buiten de Europese Unie heeft, vindt de eerste volzin slechts toepassing indien:
- a.
de staat waarvan de surrogaatmoederentiteit fiscaal inwoner is, het verstrekken van zodanige landenrapporten als bedoeld in artikel 29e verplicht;
- b.
de staat waarvan de surrogaatmoederentiteit fiscaal inwoner is, uiterlijk twaalf maanden na het verslagjaar waarop het landenrapport betrekking heeft, een in werking zijnde overeenkomst heeft met Nederland die voorziet in de automatische uitwisseling van landenrapporten;
- c.
de staat waarvan de surrogaatmoederentiteit fiscaal inwoner is, de Nederlandse autoriteiten niet in kennis heeft gesteld van een systematische nalatigheid;
- d.
de staat waarvan de surrogaatmoederentiteit fiscaal inwoner is, op basis van een regeling vergelijkbaar met artikel 29d, eerste lid, door die groepsentiteit in kennis is gesteld van het feit dat die groepsentiteit surrogaatmoederentiteit is; en
- e.
de inspecteur hierover is bericht op basis van artikel 29d, tweede lid.
5.
Het eerste tot en met vierde lid zijn niet van toepassing op groepsentiteiten van een multinationale groep die in het verslagjaar onmiddellijk voorafgaande aan het verslagjaar waarop het landenrapport betrekking zou hebben minder dan € 750.000.000 aan geconsolideerde groepsopbrengsten heeft behaald.
6
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de vorm en de inhoud van het bericht, bedoeld in het derde lid.