Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 2157/2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE)
Artikel 47 [Vennootschap lid van organen]
Geldend
Geldend vanaf 08-10-2004
- Bronpublicatie:
08-10-2001, PbEG 2001, L 294 (uitgifte: 10-11-2001, regelingnummer: 2157/2001)
- Inwerkingtreding
08-10-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-10-2001, PbEG 2001, L 294 (uitgifte: 10-11-2001, regelingnummer: 2157/2001)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
1.
In de statuten van de SE kan worden bepaald dat een vennootschap of een ander juridisch lichaam lid van een orgaan kan zijn, tenzij dit in de wetgeving inzake naamloze vennootschappen van de lidstaat waar de SE haar statutaire zetel heeft, anders is bepaald.
De vennootschap of het andere juridisch lichaam wijst voor de uitoefening van de bevoegdheden in het betrokken orgaan een natuurlijke persoon als vertegenwoordiger aan.
2.
Personen die
- a)
volgens het recht van de lidstaat waar de SE haar statutaire zetel heeft, geen deel mogen uitmaken van het overeenkomstige orgaan van een onder het recht van die lidstaat ressorterende naamloze vennootschap,
- b)
geen deel mogen uitmaken van het overeenkomstige orgaan van een onder het recht van een lidstaat ressorterende naamloze vennootschap ingevolge een in een lidstaat gegeven administratieve of rechterlijke beslissing,
kunnen geen lid zijn van een orgaan van de SE, noch een lid vertegenwoordigen als bedoeld in lid 1.
3.
In de statuten van de SE kunnen, overeenkomstig de wetgeving inzake naamloze vennootschappen van de lidstaat waar de SE haar statutaire zetel heeft, voor de benoembaarheid van de leden die de aandeelhouders vertegenwoordigen bijzondere voorwaarden worden gesteld.
4.
Deze verordening doet geen afbreuk aan de nationale bepalingen op grond waarvan een minderheid van de aandeelhouders of andere personen of instanties een deel van de leden van een vennootschapsorgaan kunnen benoemen.