Einde inhoudsopgave
Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom
Artikel 63 Doorzichtigheid
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1995
- Bronpublicatie:
15-04-1994, Trb. 1995, 130 (uitgifte: 19-07-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-1994, Trb. 1995, 130 (uitgifte: 19-07-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De wet- en regelgeving en definitieve rechterlijke beslissingen en algemeen geldende administratieve uitspraken die door een Lid uitvoerbaar zijn verklaard met betrekking tot het onderwerp van deze Overeenkomst (het bestaan, de reikwijdte, de verwerving en de handhaving van rechten uit hoofde van de intellectuele eigendom en het beletten van misbruik daarvan) worden gepubliceerd, of wanneer een zodanige publikatie niet mogelijk is, openbaar toegankelijk gemaakt, in een nationale taal, op zodanige wijze dat regeringen en houders van rechten daarvan kennis kunnen nemen. Overeenkomsten betreffende het onderwerp van deze Overeenkomst, die van kracht zijn tussen de regering of een overheidsinstantie van een Lid en de regering of een overheidsinstantie van een ander Lid, dienen ook te worden gepubliceerd.
2.
De Leden brengen de in het eerste lid bedoelde wet- en regelgeving ter kennis van de Raad voor de handelsaspecten van de intellectuele eigendom, ten einde deze Raad te helpen bij zijn toetsing van de werking van deze Overeenkomst. De Raad poogt de op de Leden drukkende last bij de nakoming van deze verplichting zo gering mogelijk te doen zijn en kan besluiten ontheffing te verlenen van de verplichting deze wet- en regelgeving direct ter kennis van de Raad te brengen als het overleg met de WIPO inzake de instelling van een gemeenschappelijk register van deze wet- en regelgeving met succes worden bekroond. De Raad beziet in dit verband ook alle vereiste handelingen betreffende kennisgevingen ingevolge de verplichtingen krachtens deze Overeenkomst die voortvloeien uit de bepalingen van artikel 6ter van het Verdrag van Parijs (1967).
3.
Elk Lid dient bereid te zijn, in antwoord op een schriftelijk verzoek van een ander Lid, informatie van het in het eerste lid bedoelde soort te verstrekken. Een Lid dat redenen heeft om aan te nemen dat een specifieke rechterlijke beslissing of administratieve uitspraak of bilaterale overeenkomst op het gebied van de intellectuele eigendom zijn rechten krachtens deze Overeenkomst raakt, kan ook schriftelijk verzoeken om toegang tot of voldoende gedetailleerde informatie over deze specifieke rechterlijke beslissingen of administratieve uitspraken of bilaterale overeenkomsten.
4.
Geen enkele bepaling in het eerste, tweede en derde lid verlangt van Leden dat zij vertrouwelijke informatie openbaar maken die de rechtshandhaving zou belemmeren of anderszins in strijd zou zijn met het algemeen belang of de legitieme handelsbelangen van bepaalde overheidsondernemingen of particuliere ondernemingen zou schaden.