Gemeenschappelijk standpunt 2001/931/GBVB betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 20-12-2007
- Bronpublicatie:
20-12-2007, PbEU 2007, L 340 (uitgifte: 22-12-2007, regelingnummer: 2007/871/GBVB)
- Inwerkingtreding
20-12-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2007, PbEU 2007, L 340 (uitgifte: 22-12-2007, regelingnummer: 2007/871/GBVB)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Instituties
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 27 december 2001 betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, met name op de artikelen 15 en 34,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
De buitengewone Europese Raad van 21 september 2001 heeft verklaard dat terrorisme een waarlijke uitdaging voor de wereld en voor Europa is en dat de strijd tegen het terrorisme een prioritaire doelstelling van de Europese Unie zal zijn.
- (2)
Op 28 september 2001 heeft de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties Resolutie nr. 1373(2001) aangenomen, die vergaande strategieën bevat ter bestrijding van het terrorisme, en met name ter bestrijding van de financiering van het terrorisme.
- (3)
Op 8 oktober 2001 heeft de Raad nogmaals uiting gegeven aan zijn vaste voornemen om, in nauwe samenwerking met de Verenigde Staten, de financieringsbronnen van het terrorisme aan te pakken.
- (4)
Overeenkomstig Resolutie nr. 1333(2000) van de VN-Veiligheidsraad heeft de Raad op 26 februari 2001 Gemeenschappelijk Standpunt 2001/154/GBVB (1) aangenomen, waarin onder andere voorzien wordt in de bevriezing van de tegoeden van Osama bin Laden en van met hem verbonden personen en entiteiten. Deze personen, groepen en entiteiten vallen derhalve onder dit gemeenschappelijk standpunt.
- (5)
De Europese Unie dient aanvullende maatregelen te nemen om Resolutie nr. 1373(2001) van de VN-Veiligheidsraad uit te voeren.
- (6)
De lidstaten hebben de Europese Unie de voor de uitvoering van een aantal van die aanvullende maatregelen benodigde informatie doen toekomen.
- (7)
Een optreden van de Gemeenschap is noodzakelijk voor de uitvoering van een aantal van die aanvullende maatregelen; een optreden van de lidstaten is eveneens vereist, meer bepaald waar het gaat om de toepassing van vormen van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken,
HEEFT HET VOLGENDE GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT AANGENOMEN:
Voetnoten
PB L 57 van 27.2.2001, blz. 1.