Einde inhoudsopgave
Mijnbouwregeling
Artikel 8.3.2.2
Geldend
Geldend vanaf 29-08-2017
- Bronpublicatie:
22-08-2017, Stcrt. 2017, 49271 (uitgifte: 28-08-2017, regelingnummer: WJZ/17080794)
- Inwerkingtreding
29-08-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-08-2017, Stcrt. 2017, 49271 (uitgifte: 28-08-2017, regelingnummer: WJZ/17080794)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Waterrecht (V)
Energierecht (V)
1.
De aangesloten boorgatafsluiters, smoorverdeelstukken en leidingen worden op een goede afsluitende werking getest met behulp van een persproef:
- a.
tenminste eenmaal per drie weken gedurende vijf minuten op 2,5 MPa en aansluitend gedurende de periode, genoemd in artikel 8.3.2.1, onderdelen a of b, op tenminste 50% van de te verwachten maximale druk die aan de bovenzijde van het boorgat onder de meest ongunstige condities kan optreden, en
- b.
gedurende vijf minuten op 2,5 MPa en aansluitend gedurende de periode, genoemd in artikel 8.3.2.1, onderdelen a of b, op de te verwachten maximale druk die aan de bovenzijde van het boorgat onder de meest ongunstige condities kan optreden:
- 1°
binnen een week voor het mogelijk aanboren van een formatie waarvan verwacht kan worden dat deze productief is, en overigens
- 2°
tenminste eenmaal per zes weken.
2.
Indien aan de beveiligingsinstallatie reparatiewerkzaamheden zijn verricht of wijzigingen zijn aangebracht, worden de betrokken gedeelten van de installatie en de delen die direct daarmee in verbinding staan getest overeenkomstig het eerste lid.
3.
Voor de test van de compressielichaamafsluiter met daarin het boorgereedschap met de kleinste in gebruik zijnde diameter is de testdruk in alle gevallen ten hoogste 70% van de maximaal toelaatbare werkdruk.
4.
De minister kan ontheffing verlenen van het eerste lid, onderdeel a. De ontheffing kan onder voorschriften of beperkingen worden verleend.