Richtlijn 96/20/EG houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van Richtlijn 70/157/EEG betreffende het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting van motorvoertuigen
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 03-05-1996
- Bronpublicatie:
27-03-1996, PbEG 1996, L 92 (uitgifte: 13-04-1996, regelingnummer: 96/20/EG)
- Inwerkingtreding
03-05-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-03-1996, PbEG 1996, L 92 (uitgifte: 13-04-1996, regelingnummer: 96/20/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Vervoersrecht / Algemeen
1.
Met ingang van 1 oktober 1996 mogen de Lid-Staten:
- —
voor een type motorvoertuig of een type uitlaatinrichting, noch de EG-typegoedkeuring noch de nationale goedkeuring weigeren,
- —
noch de registratie, de verkoop of het in het verkeer brengen van voertuigen of de verkoop of het gebruik van uitlaatinrichtingen verbieden,
om redenen die verband houden met het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting, indien de voertuigen of de uitlaatinrichtingen voldoen aan de voorschriften van Richtlijn 70/157/EEG, als gewijzigd bij deze richtlijn.
2.
Met ingang van 1 januari 1997 mogen de Lid-Staten:
- —
niet langer de EG-typegoedkeuring verlenen, en
- —
de nationale typegoedkeuring weigeren,
voor een type voertuig om redenen die verband houden met het toegestane geluidsniveau en de uitlaatinrichting indien niet aan de voorschriften van Richtlijn 70/157/EEG, als gewijzigd bij deze richtlijn, is voldaan.
3.
Onverminderd lid 2 blijven de Lid-Staten de EG-typegoedkeuring verlenen en de verkoop of het gebruik van uitlaatinrichtingen als reserveonderdeel overeenkomstig de voorgaande versies van Richtlijn 70/157/EEG toestaan, op voorwaarde dat dergelijke inrichtingen:
- —
zijn bestemd om te worden gemonteerd op reeds in gebruik zijnde voertuigen, en
- —
voldoen aan de voorschriften van die richtlijn welke van toepassing waren toen de voertuigen voor het eerst werden geregistreerd.