Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2018/1725 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG
Artikel 47 Doorgiften op basis van adequaatheidsbesluiten
Geldend
Geldend vanaf 11-12-2018
- Bronpublicatie:
23-10-2018, PbEU 2018, L 295 (uitgifte: 21-11-2018, regelingnummer: 2018/1725)
- Inwerkingtreding
11-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-10-2018, PbEU 2018, L 295 (uitgifte: 21-11-2018, regelingnummer: 2018/1725)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Privacy / Algemeen
EU-recht / Instituties
Privacy / Bescherming persoonsgegevens
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
1.
Doorgifte van persoonsgegevens naar een derde land of aan een internationale organisatie kan plaatsvinden als de Commissie op grond van artikel 45, lid 3, van Verordening (EU) 2016/679 of artikel 36, lid 3, van Richtlijn (EU) 2016/680 heeft besloten dat het derde land, een gebied of een of meer nader bepaalde sectoren in dat derde land, of de internationale organisatie in kwestie een adequaat beschermingsniveau waarborgt, en als de persoonsgegevens uitsluitend worden doorgegeven om de uitvoering van onder de bevoegdheid van de verwerkingsverantwoordelijke vallende taken mogelijk te maken.
2.
De instellingen of organen van de Unie stellen de Commissie en de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming in kennis van alle gevallen waarvoor zij van oordeel zijn dat een betrokken derde land, een betrokken gebied of één of meerdere betrokken nader bepaalde sectoren in een derde land, respectievelijk een betrokken internationale organisatie, geen adequaat beschermingsniveau in de zin van lid 1 waarborgt.
3.
De instellingen of organen van de Unie nemen de nodige maatregelen om te voldoen aan de besluiten waarbij de Commissie op grond van artikel 45, lid 3 of lid 5, van Verordening (EU) 2016/679 of op grond van artikel 36, lid 3 of lid 5, van Richtlijn (EU) 2016/680 vaststelt dat een derde land, een gebied of één of meerdere nader bepaalde sectoren in een derde land, of een internationale organisatie een adequaat beschermingsniveau waarborgt dan wel niet langer waarborgt.