NJ 1946/730
Verandering van den persoonlijken staat van een der partijen tusschen twee instanties van een geding.
HR 23-07-1946, ECLI:NL:HR:1946:85, m.nt. Mr. D.J. Veegens
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 juli 1946
- Magistraten
Mrs. Fick, Nypels, van der Flier, Losecaat Vermeer en Smits
- Zaaknummer
[23071946/NJ_1946-730]
- Conclusie
Mr. Wijnveldt
- Noot
Mr. D.J. Veegens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS165153:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1946:85, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑07‑1946
- Wetingang
(BW art. 165; Rv art. 254-262, 800.)
Essentie
Verandering van den persoonlijken staat van een der partijen tusschen twee instanties van een geding.
Samenvatting
Het beginsel, ten grondslag liggend aan de regeling in de artt. 254 v. Rv. betreffende verandering van den staat van een der partijen in den loop van een instantie, brengt mede. voor het geval tusschen twee instanties zoodanige verandering plaats vindt, dat de tegenpartij, die van de gegeven uitspraak in beroep wil gaan, daarmee geen rekening behoeft te houden en dus de oorspronkelijke partij, zooals deze in de eerdere instantie tegenover haar in het geding stond, voor den hoogeren rechter mag dagvaarden, tenzij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.