Drie beginselen van fiscale rechtsbescherming
Einde inhoudsopgave
Drie beginselen van fiscale rechtsbescherming (FM nr. 77) 2000/:Verhandeling
Drie beginselen van fiscale rechtsbescherming (FM nr. 77) 2000/
Verhandeling
Documentgegevens:
Dr. R.H. Happé, datum 06-11-2000
- Datum
06-11-2000
- Auteur
Dr. R.H. Happé
- JCDI
JCDI:ADS394913:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie 1.3.4.2.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Het staat buiten twijfel dat het de fiscus is toegestaan om nieuwe beleidsregels op te stellen en te hanteren dan wel bestaande beleidsregels te wijzigen of in te trekken. Hiermee wordt het belang gediend dat de regelgeving van de fiscus blijft toegesneden op veranderende maatschappelijke omstandigheden. Daartegen- over staat het beginsel dat de burgers moeten kunnen vertrouwen op de door de fiscus opgestelde beleidsregels. Zij stemmen hun handelen daarop af. Hier is een ander aspect van het vertrouwensbeginsel aan de orde dan in het voorgaande het geval was. In het voorgaande bleek het vertrouwensbeginsel vooral de eis van consistentie voor de fiscus in te houden. De fiscus dient zijn regels consistent toe te passen op alle gevallen. Ik heb eerder dit het vertrouwensbeginsel (I) genoemd, terwijl ik het aspect dat nu aan de orde is met vertrouwensbeginsel (II) heb aangeduid. Dit laatste zegt dat de overheid bij wijziging van zijn standpunt rekening moet houden met de belangen van de rechtssubjecten.1
Ook thans gaat het er uiteindelijk om het beginsel, dat de overheid het door beleidsregels opgewekte vertrouwen moet honoreren, af te wegen tegenover het belang dat de overheid zijn regels moet kunnen wijzigen. Ook hier is het in principe mogelijk nadere voorrangsregels aan te geven. Het is in dit verband zinvol om een onderscheid te maken tussen beleidsregels die een begunstiging inhouden voor de belastingplichtige ten opzichte van de voordien bestaande situatie en beleidsregels die een verslechtering voor hem betekenen.