Ktg. Tiel, 09-11-2005, nr. 409843\CVEXPL05-3339\W
ECLI:NL:RBARN:2005:AU5965
- Instantie
Kantongerecht Tiel
- Datum
09-11-2005
- Zaaknummer
409843\CVEXPL05-3339\W
- LJN
AU5965
- Vakgebied(en)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBARN:2005:AU5965, Uitspraak, Rechtbank Arnhem, 09‑11‑2005; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Vindplaatsen
Uitspraak 09‑11‑2005
Inhoudsindicatie
Verzoek ontbinding en ontruiming van gehuurde (bedrijfsruimte) wegens huurachterstand. Beroep verrekening door huurder wordt afgewezen. Beroep op opschorting door verhuurder afgewezen en beroep op opschorting door huurder toegewezen.
Partij(en)
Rechtbank Arnhem
Sector kanton
Locatie Tiel
zaakgegevens 409843 \ CV EXPL 05-3339 \ 127\pjw
uitspraak van 9 november 2005
Vonnis
in de zaak van
de maatschap naar burgerlijk recht [eiseres]
gevestigd te Maasbommel
eisende partij
gemachtigde R.G.P.H.A. Lautenslager
tegen
[gedaagde]
wonende te Batenburg
gedaagde partij
procederend in persoon
Partijen worden hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
het tussenvonnis van 14 september 2005
- -
brief van [eiseres] met producties
- -
brief van [gedaagde] met producties
- -
aantekeningen van de griffier van de op 14 oktober 2005 in tegenwoordigheid van partijen en de gemachtigde van [eiseres] gehouden mondelinge behandeling/comparitie van partijen..
2. De vaststaande feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist.
2.1
Op basis van een mondelinge huurovereenkomst huurt [gedaagde] van [eiseres] de bedrijfsruimte aan de Den Hoedweg 6 in Maasbommel, gemeente Maas en Waal. De huurprijs bedraagt laatstelijk € 455,00 per maand.
2.2
Vanaf juli 2002 tot en met augustus 2005 heeft [gedaagde] een huurachterstand van € 16.579,55 laten ontstaan.
2.3
[eiseres] heeft aan [gedaagde] stro een hooi geleverd. [gedaagde] heeft twee facturen van € 1.685,69 en € 1.561,49 met betrekking tot de levering van hooi en stro onbetaald gelaten.
2.4
[eiseres] heeft in opdracht en voor rekening van [gedaagde] een vrachtwagen en een bak verkocht. De opbrengst van € 1.113,54 en € 1.071,00 heeft [eiseres] niet aan [gedaagde] betaald.
2.5
[gedaagde] heeft in juni 2005 € 220,00 aan [eiseres] betaald.
3. De vordering en het verweer
in conventie
3.1
De aanvankelijk gevorderde voorlopige voorziening is door [eiseres] ter zitting van 14 oktober 2005 ingetrokken. Na de wijziging van haar vordering vordert [eiseres] dat de kantonrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
a. de huurovereenkomst van partijen met betrekking tot de bedrijfsruimte aan de Den Hoedweg 6 in Maasbommel, gemeente Maas en Waal, ontbindt;
b. [gedaagde] veroordeelt om binnen 14 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis het gehuurde met alle personen en goederen te ontruimen en met overgave der sleutels ter algehele en vrije beschikking van [eiseres] te stellen en [eiseres] te machtigen om, als [gedaagde] hiermee in gebreke blijft, deze ontruiming zelf te doen uitvoeren bijgestaan door het ministerie van een deurwaarder, desnoods met behulp van de sterke arm, zulks alles op kosten van [gedaagde];
a. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van het bedrag van € 21.990,77;
d. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van wettelijke (handels)rente over het bedrag van € 17.642,19 terzake van vervallen huurpenningen en onbetaalde facturen vanaf 2 augustus 2005 tot de dag der algehele voldoening;
e. [gedaagde] veroordeelt tot betaling van het bedrag van € 455,00 voor iedere maand of gedeelte van een maand, dat [gedaagde] de bedrijfsruimte na 1 september 2005 in gebruik heeft of mocht hebben gehad, zulks tot aan de daadwerkelijke ontruiming, vermeerderd met de wettelijke (handels)rente over alle voornoemde nog opkomende huurpenningen ten bedrage van € 455,00 tot de dag der algehele voldoening;
f. [gedaagde] veroordeelt in de kosten van deze procedure.
3.2
In hoofdsom bestaat de vordering van [eiseres] uit de hiervoor in 2.2, 2.3 en 2.4 genoemde posten, € 2.882,32 aan rente tot en met 1 augustus 2005, € 1.665,43 aan buitengerechtelijke kosten en € 20,83 aan informatiekosten en verschotten, het totaal verminderd met de in 2.5 genoemde betaling van € 220,00.
3.3
[gedaagde] voert verweer. Dit verweer wordt hierna zo nodig besproken.
in reconventie
3.4
[gedaagde] stelt een tegenvordering in. Volgens [gedaagde] heeft [eiseres] 196 pallets van [gedaagde] geleend en ingeleverd bij Plospan voor statiegeld. Volgens [gedaagde] heeft zij daardoor schade geleden tot het bedrag van € 2.623,95. Verder heeft [eiseres] zich een heftruck van [gedaagde] toegeëigend. [gedaagde] heeft schade geleden omdat zij de heftruck gedurende een aantal weken niet heeft kunnen verhuren.
3.5
[eiseres] voert verweer. Dit verweer wordt hierna zo nodig besproken.
4. De beoordeling
in conventie
4.1
Dat partijen hun overeenkomst niet schriftelijk hebben vastgelegd, brengt niet mee dat er geen sprake is van een huurovereenkomst, zoals [gedaagde] aanvankelijk heeft gesteld.
4.2
Ter gelegenheid van de comparitie van partijen heeft [eiseres] een overzicht van de huurachterstand overgelegd. Daaruit blijkt de in 2.2 weergegeven huurachterstand. De kantonrechter gaat uit van de juistheid van dit overzicht omdat [gedaagde] dit niet, althans niet gemotiveerd heeft weersproken. De stelling van [gedaagde] dat de huurachterstand tot 1 januari 2005 is voldaan via het vuistpand, is door [eiseres] betwist. Omdat het vuistpand volgens de overeenkomst partijen in dat verband hebben opgemaakt alleen strekt “tot zekerheid ter voldoening van de huurschulden” kan de verder niet gemotiveerde stelling van [gedaagde] niet voor juist worden gehouden.
4.3
Volgens [gedaagde] heeft [eiseres] 196 pallets van [gedaagde] geleend en ingeleverd bij Plospan voor statiegeld. [gedaagde] wil de daardoor geleden schade geleden tot het bedrag van € 2.623,95 verrekenen met de verschuldigde huur. Dit beroep op verrekening honoreert de kantonrechter niet.
[eiseres] heeft de vordering betwist en de gegrondheid ervan is mede daardoor niet eenvoudig vast te stellen. Deze kwestie zal daarom in de procedure in reconventie nader worden beoordeeld.
4.4
Vlak na 29 maart 2005 heeft [eiseres] met een beroep op een opschortingsrecht aan [gedaagde] de toegang tot het gehuurde ontzegd als [gedaagde] niet uiterlijk op 1 april 2005 geld op tafel zou leggen. Volgens [gedaagde] hoeft zij niet te betalen voor het gehuurde, als zij dat niet kan gebruiken. [gedaagde] beroept zich op haar beurt dus eveneens op een opschortingsrecht. Het beroep van [gedaagde] treft doel. In het geval van een duurovereenkomst, zoals hier het geval is, kan de verhuurder alleen in uitzonderlijke omstandigheden een beroep doen op een opschortingsrecht omdat er een huurachterstand bestaat. Ook al betaalt de huurder de achterstallige huurpenningen, dan kan de verhuurder zijn verplichting om het gehuurde dan alsnog ter beschikking te stellen voor het verleden niet meer nakomen, zodat het middel van opschorting haar doel voorbij schiet. Er is geen sprake van uitzonderlijke omstandigheden, die tot een ander oordeel leiden. Dat [gedaagde] in het voorjaar als gevolg van een rechterlijke uitspraak niet mocht produceren, doet daar niet aan af. Dat is temeer het geval nu [gedaagde] vanaf juni 2005 heeft aangegeven zij de schuur voor werkzaamheden nodig had. De conclusie is dat het beroep op een opschortingsrecht van [eiseres] wordt verworpen. Dit leidt automatisch tot het oordeel dat het beroep op een opschortingsrecht van [gedaagde] wordt gehonoreerd, althans voor zover het de periode vanaf 1 april 2005 betreft.
4.5
De slotsom is dat de vordering uit huurachterstand toewijsbaar is tot het bedrag van € 14.304,00 (gerekend tot 1 april 2005). Met inbegrip van de in 2.3 en 2.4 genoemde bedragen en de betaling door [gedaagde] van € 220,00 komt de hoofdsom dan uit op € 15.147,19. De vordering van [eiseres] wordt tot dit bedrag toegewezen. De niet weersproken rente wordt als volgt toegewezen. De eveneens niet weersproken vordering terzake van buitengerechtelijke kosten wordt, gezien de gebruikelijke en redelijk geachte tarieven, toegewezen tot het bedrag van € 952,00. Daarnaast is de vordering terzake van informatiekosten en verschotten niet apart toewijsbaar.
4.6
De huurachterstand die wordt toegewezen vormt een zodanige wanprestatie dat deze de ontbinding rechtvaardigt. De vordering tot ontbinding en ontruiming wordt daarom eveneens toegewezen. Hetgeen is overwogen in 4.4 staat eveneens in de weg aan toewijzing van de gevorderde veroordeling van € 455,00 per maand vanaf 1 september 2005 tot aan de daadwerkelijke ontruiming.
4.7
[gedaagde] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen.
in reconventie
4.8
Tijdens de comparitie van partijen heeft de kantonrechter geconstateerd dat de vordering in reconventie van [gedaagde] nog niet voldoende is onderbouwd. Afgesproken is dat [gedaagde] in de gelegenheid wordt gesteld dat alsnog te doen. Daarom wordt als volgt beslist.
5. De beslissing
De kantonrechter
in conventie
ontbindt de huurovereenkomst van partijen met betrekking tot de bedrijfsruimte aan de Den Hoedweg 6 in Maasbommel, gemeente Maas en Waal;
veroordeelt [gedaagde] om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis het gehuurde met alle personen en goederen te ontruimen en met overgave van de sleutels ter algehele en vrije beschikking van [eiseres] te stellen, met machtiging aan [eiseres] om, als [gedaagde] daarmee in gebreke blijft, deze ontruiming zelf te doen uitvoeren met bijstand van een deurwaarder en desnoods met hulp van de politie, alles op kosten van [gedaagde];
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen het bedrag van € 16.099,19, vermeerderd met de wettelijke rente over € 15.147,19 vanaf 1 augustus 2005 tot aan de dag van volledige voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van [eiseres] begroot op € 71,93 aan dagvaardingskosten, € 276,00 aan vastrecht en € 600,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad en wijst het meer of anders gevorderde af;
in reconventie
bepaalt dat [gedaagde] op de rolzitting van 7 december 2005 in de gelegenheid wordt gesteld haar vordering op [eiseres] nader te onderbouwen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. P.J. Wiegman en in het openbaar uitgesproken op 9 november 2005.