Einde inhoudsopgave
Douane- en Accijnswet BES
Artikel 4.34
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
20-12-2012, Stb. 2012, 669 (uitgifte: 27-12-2012, kamerstukken: 33403)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2012, Stb. 2012, 669 (uitgifte: 27-12-2012, kamerstukken: 33403)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
De accijns wordt geheven van de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats.
2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt, in bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gevallen en onder daarbij te stellen voorwaarden, de accijns van accijnsgoederen die zijn uitgeslagen uit een accijnsgoederenplaats in opdracht van een vergunninghouder van een andere accijnsgoederenplaats voor dezelfde soort accijnsgoederen, geheven van de vergunninghouder van die andere accijnsgoederenplaats.
3.
In afwijking in zoverre van het eerste lid wordt de accijns geheven:
- a.
bij toepassing van artikel 4.4, eerste lid, onderdeel b: van de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats dan wel in voorkomend geval van de vergunninghouder van het douane-entrepot of van het handels- en dienstenentrepot;
- b.
bij toepassing van artikel 4.4, eerste lid, onderdeel c: van degene die een accijnsgoed vervaardigt of heeft vervaardigd, of die een accijnsgoed voorhanden heeft of heeft gehad dat niet overeenkomstig de bepalingen van deze wet in de heffing is betrokken, dan wel van een ieder als bedoeld in artikel 4.45.