Einde inhoudsopgave
Besluit toepassing maatregelen in het belang van het onderzoek
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2002
- Redactionele toelichting
Dit besluit treedt tegelijk in werking met de Wet van 01-11-2001, Stb. 532.
- Bronpublicatie:
22-01-2002, Stb. 2002, 46 (uitgifte: 07-02-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-03-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-01-2002, Stb. 2002, 66 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
1.
De leider van de confrontatie beschrijft de voorbereiding, gevolgde werkwijze en de procedure. De beschrijving wordt vastgelegd in een proces-verbaal of een rapport en gevoegd bij het in het derde lid bedoelde proces-verbaal.
2.
Het feitelijk tonen van de te observeren selectie geschiedt door een opsporingsambtenaar die niet weet wie van de getoonde personen de verdachte is.
3.
De in het tweede lid bedoelde opsporingsambtenaar maakt een proces-verbaal op waarin in elk geval melding wordt gemaakt van:
- a.
de tijdsduur tot het moment van wel of niet herkenning;
- b.
de verbale en non-verbale reacties van de getuige;
- c.
de woordelijke verklaring van de getuige omtrent het wel of niet herkennen van een persoon als betrokkene bij het strafbare feit;
- d.
het antwoord van de getuige op de vraag of hij iemand uit de getoonde selectie heeft herkend vanuit een andere situatie.