NJ 2009, 390
Zittingsrechter kan machtiging tot doorzoeking toetsen. Oordeel dat fout bij verlenen machtiging tot bewijsuitsluiting moet leiden onvoldoende gemotiveerd.
HR 19-05-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH1476
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 mei 2009
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.M.E. Thomassen, W.F. Groos
- Zaaknummer
07/13054
- LJN
BH1476
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BH1476, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑05‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BH1476, Conclusie, Hoge Raad (Procureur-Generaal), 27‑01‑2008
- Wetingang
Essentie
1. Beslissing van rechter-commissaris tot het vertrekken van een machtiging als bedoeld in art. 97 Sv kan door de zittingsrechter worden getoetst.
2. Opvatting dat in art. 97 Sv met ‘officier van justitie’ wordt gedoeld op de ‘zaaksofficier’ is niet juist.
3. Hof heeft aan zijn oordeel dat machtiging tot doorzoeking onrechtmatig was bewijsuitsluiting als gevolg verbonden. Dat oordeel is onvoldoende gemotiveerd, nu het hof slechts heeft verwezen naar het belang van het geschonden voorschrift en niet blijkt dat het hof rekening heeft gehouden met de ernst van het verzuim en het door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.