HR, 22-10-2010, nr. 10/01035

Documentgegevens:

HR 22-10-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN5833

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 22 oktober 2010
Magistraten: Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser
Zaaknummer: 10/01035
Conclusie: A‑G mr. J. Spier
LJN: BN5833
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Horecarecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2010:BN5833, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑10‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN5833, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑07‑2010
Wetingang: Rv art. 202 lid 2

Essentie

Voorlopig deskundigenbericht. Het hof wijst een verzoek om een voorlopig deskundigenbericht af, overwegende dat het verzoek in feite een onderzoek behelst dat reeds meermalen is verricht. HR: In het licht van de stellingen van verzoeker is het oordeel niet begrijpelijk.

Partij(en)

Allianz Nederland Schadeverzekeringen N.V., adv. mr. J. van Duijvendijk-Brand,

tegen

X, adv. mr. P.J.L.J. Duijsens.

Uitspraak

Feiten en procesverloop

Bij een aanrijding op 4 augustus 1996 heeft X letsel opgelopen, bestaande in een kneuzing van haar linkerbeen en linkervoet. De aansprakelijkheid rust op de verzekerde van Allianz. X heeft in een bodemzaak tegen Allianz schadevergoeding gevorderd. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.