NJB 2010, 1342
HR, 11-06-2010, nr. 09/01196
HR 11-06-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL8504
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 juni 2010
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, W.A.M. van Schendel en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
09/01196
- Conclusie
A‑G mr. P. Vlas
- LJN
BL8504
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2010:BL8504, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑06‑2010
ECLI:NL:HR:2010:BL8504, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑06‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑03‑2009
- Wetingang
Rv art. 139; Rv art. 252 lid 1
Essentie
Een vordering waarvoor conservatoir beslag is gelegd, wordt bij vonnis toegewezen. Het vonnis wordt niet betekend. De beslaglegger laat bij de Kamer van Koophandel registreren dat zij is opgehouden te bestaan. De beslagdebiteur/beslagene vordert opheffing van het beslag, stellende dat het zeer onaannemelijk is dat het vonnis geëxecuteerd zal worden. Tegen de beslaglegger wordt in eerste aanleg en in hoger beroep verstek verleend. HR:
‘Toetsingsmaatstaf bij verstek. Het hof diende de vordering jegens de beslaglegger toe te wijzen, tenzij deze hem onrechtmatig of ongegrond voorkwam. De omstandigheid dat de beslaglegger nog bestaat, brengt niet mee dat de vordering ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.