NJB 2010, 1160
HR, 21-05-2010, nr. 09/01107
HR 21-05-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL6075
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 mei 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
09/01107
- Conclusie
A‑G mr. J. Spier
- LJN
BL6075
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL6075, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑05‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL6075, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑02‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑02‑2009
- Wetingang
art. 7:681 lid 2 onder b BW
Essentie
Kennelijk onredelijk ontslag. Vanwege een reorganisatie ontslaat de werkgever een groep werknemers met toekenning van een persoonlijk budget overeenkomstig een sociaal plan. In dit geding vordert een van de werknemers schadevergoeding wegens kennelijk onredelijk ontslag (zie ook LJN BL6071, met betrekking tot een andere werknemer). HR:
1
1 Toetsing ex tunc. Bij de beantwoording van de vraag of een ontslag kennelijk onredelijk is op grond van het gevolgencriterium mag met latere omstandigheden slechts rekening worden gehouden voor zover daaruit aanknopingspunten zijn af te leiden met betrekking tot hetgeen bij het eindigen van het dienstverband voorzienbaar was. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.