HR, 07-05-2010, nr. 09/01115

Documentgegevens:

HR 07-05-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL3651

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 7 mei 2010
Magistraten: Mrs. O. de Savornin Lohman, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk
Zaaknummer: 09/01115
Conclusie: A‑G mr. L. Strikwerda
LJN: BL3651
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2010:BL3651, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑05‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL3651, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑02‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑03‑2009
Wetingang: EG-Verord. nr. 44/01 art. 22; EG-Verord. nr. 44/01 art. 24; EG-Verord. nr. 44/01 art. 69; Nederlands-Belgisch Executieverdrag art. 6 lid 1; Rv art. 419 lid 4

Essentie

Internationale rechtsmacht. Ex-echtelieden hebben de Nederlandse nationaliteit en wonen in België. De vrouw begint een alimentatiegeding in België. De man beroept zich in twee instanties op de onbevoegdheid van de Belgische rechter. Nadat de Belgische appelrechter de zaak heeft verwezen naar de Nederlandse rechter, beroept de man zich op de onbevoegdheid van de Nederlandse rechter. HR:

1 Misbruik van procesrecht. Het hof kon zonder schending van enige rechtsregel tot het oordeel komen dat wegens misbruik van procesrecht geen acht kan worden geslagen op de betwisting van de bevoegdheid van de Nederlandse rechter.

2 Proceskosten. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.