NJB 2009, 2259
HR, 04-12-2009, nr. 08/00993
HR 04-12-2009, ECLI:NL:HR:2009:BJ8333
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 december 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A. Hammerstein, J.C. van Oven, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/00993
- Conclusie
A‑G mr. J. Wuisman
- LJN
BJ8333
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BJ8333, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑12‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BJ8333, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑09‑2009
- Wetingang
BW art. 6:74; BW art. 6:162; BW art. 7:49
Essentie
Onrechtmatige daad. Profiteren van wanprestatie. In het kader van het project HSL-Zuid komt de Staat met Y een grondruil overeen, waarbij de Staat grond zal leveren aan Y en de woningen daarop zal slopen. De Staat levert de grond zonder de woningen te hebben gesloopt. Y draagt de grond over aan X en verbiedt vervolgens de sloop. Onbestreden is dat Y hierdoor wanprestatie pleegt. Het hof oordeelt dat de Staat onvoldoende heeft gesteld om te kunnen oordelen dat X onrechtmatig heeft gehandeld door te profiteren van de wanprestatie van Y. HR:
‘Dit oordeel is onbegrijpelijk. De door de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.