NJB 2009, 1433
HR, 10-07-2009, nr. 09/00930
HR 10-07-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI5924
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juli 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, J.C. van Oven en C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
09/00930
- Conclusie
A‑G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BI5924
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BI5924, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑07‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI5924, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑05‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑03‑2009
- Wetingang
Essentie
Wet Bopz. Dwangbehandeling. Klachtprocedure. Betrokkene wil geen medicatie. De behandelaar dient medicatie toe zonder de beslissing over de klacht dienaangaande af te wachten. 1. Schriftelijke beslissing. Nu is nagelaten de beslissing tot dwangmedicatie eerst schriftelijk aan betrokkene mee te delen, kon de rechtbank niet oordelen dat de klacht ongegrond is. 2. Primaat behandelaar. Het oordeel dat de behandelaar weliswaar onzorgvuldig, maar niet onrechtmatig heeft gehandeld door de beslissing van de klachtencommissie niet af te wachten, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting.
Partij(en)
Betrokkene, adv. mr. E. Grabandt,
tegen
Universitair Medisch Centrum Utrecht, adv. mr. D. Stoutjesdijk. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.