RvdW 2009, 394
HR, 06-03-2009, nr. C07/204HR
HR 06-03-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG7411
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 maart 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, E.J. Numann, A. Hammerstein, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C07/204HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BG7411
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BG7411, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑03‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BG7411, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑03‑2009
Essentie
Europees octrooi. Beschermingsomvang; uitleg; equivalentie. Nietigheid; inventiviteit; nawerkbaarheid; bewijslast; passeren bewijsaanbod.
Falende motiveringsklachten tegen 's hofs uitleg van de conclusies van het octrooi en tegen 's hofs oordeel dat van octrooiinbreuk door equivalentie geen sprake is.
Degene die de nietigheid van een (Europees) octrooi inroept dient de feiten te stellen waaraan dat rechtsgevolg kan worden verbonden en zal, overeenkomstig de hoofdregel van art. 150 Rv, die feiten zonodig — in geval van gemotiveerde betwisting — hebben te bewijzen. Falende klacht tegen 's hof beslissing bewijsaanbod (als niet ter zake dienend) te passeren.
Partij(en)
Schneider (Europe) GmbH, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.