RvdW 2009, 383
HR, 27-02-2009, nr. C07/188HR
HR 27-02-2009, ECLI:NL:HR:2009:BH1634
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 februari 2009
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C07/188HR
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BH1634
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht (V)
Bestuursprocesrecht (V)
Goederenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BH1634, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑02‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BH1634, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑02‑2009
Essentie
Verkrijgende verjaring van perceel door bezitter niet te goeder trouw; ‘extinctieve’ verjaring van art. 3:105 BW; verkrijging bezit door inbezitneming; vereiste van machtsuitoefening die bezit van oorspronkelijke bezitter te niet doet; feitelijke situatie. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
1. [Eiser 1],
2. [Eiser 2],
beiden te [woonplaats], eisers tot cassatie, adv. mr. H.J.W. Alt,
tegen
RE-Z Beheer B.V., voorheen genaamd Hismar Beheer B.V., te Assen, verweerster in cassatie, niet verschenen.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Het geding in feitelijke instanties
[Eiser 1] heeft bij exploot van 10 januari 2003 Hismar gedagvaard voor de rechtbank Leeuwarden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.