NJB 2009, 400
HR, 06-02-2009, nr. C07/139HR
HR 06-02-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG6231
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 februari 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, F.B. Bakels en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/139HR
- Conclusie
A-G mr. D.W.F. Verkade
- LJN
BG6231
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Horecarecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BG6231, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑02‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BG6231, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑02‑2009
- Wetingang
Essentie
Grief. Kenbaarheidsmaatstaf. Bij tussenarrest overweegt het hof dat tegen een vaststelling geen grief is gericht. Bij later arrest komt het hof hiervan terug. HR: De gedingstukken laten geen andere conclusie toe dan dat geïntimeerde de desbetreffende passage in de memorie van grieven niet heeft opgevat en ook niet behoefde op te vatten als een grief en ook niet erop bedacht behoefde te zijn dat het hof ‘bij nader inzien’ een grief van deze strekking in de memorie van grieven zou kunnen lezen. Het hof heeft aldus miskend dat aan een grief de eis gesteld moet worden dat deze voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.