NJB 2009, 242
HR, 16-01-2009, nr. 08/04437
HR 16-01-2009, ECLI:NL:HR:2009:BG5048
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
16 januari 2009
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/04437
- Conclusie
A-G E.M. Wesseling-van Gent
- LJN
BG5048
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BG5048, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑01‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BG5048, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 16‑01‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑10‑2008
- Wetingang
BOPZ art. 14a lid 5; BOPZ art. 14a lid 6; BOPZ art. 14a lid 8
Essentie
Wet Bopz. Voorwaardelijke machtiging in het geval dat redelijkerwijs is aan te nemen dat betrokkene de voorwaarden zal naleven, ook al heeft het overleg tussen de betrokkene en de behandelaar niet tot overeenstemming geleid. HR: De rechter dient zelfstandig te onderzoeken of redelijkerwijs is aan te nemen dat de betrokkene de voorwaarden zal naleven. De rechter zal daarbij — met inachtneming van het beginsel van hoor en wederhoor — alle ter zake dienende gegevens die hem bij de behandeling van het verzoek ter kennis zijn gekomen, kunnen en moeten betrekken, dus ook zodanige gegevens in verklaringen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.