NJB 2009, 15
HR, 05-12-2008, nr. C07/166HR
HR 05-12-2008, ECLI:NL:HR:2008:BF3799
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
5 december 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, A. Hammerstein, J.C. van Oven en F.B. Bakels
- Zaaknummer
C07/166HR
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- LJN
BF3799
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BF3799, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑12‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BF3799, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 05‑12‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑02‑2007
- Wetingang
Rv art. 1057 lid 2; Rv art. 1057 lid 3; Rv art. 1060; Rv art. 1065 lid 1
Essentie
Vernietiging arbitraal vonnis. Twee van de drie arbiters ondertekenen een arbitraal vonnis, waarna de derde een dissenting opinion uitbrengt. HR: Ook voor een vonnis gewezen in een ‘internationale’ arbitrage geldt dat de ondertekening — zowel die van het tweede als die van het derde lid van art. 1057 Rv — een der essentialia daarvan is. Het niet voldoen aan de dwingendrechtelijke ondertekeningseisen leidt tot vernietiging van het arbitrale vonnis.
Partij(en)
De publiekrechtelijke rechtspersoon naar Turks recht Bursa, adv. mr. M.W. Scheltema
tegen
de rechtspersoon naar Turks recht Güris c.s., adv. mr. R.S. Meijer.