RAV 2009, 2
HR, 31-10-2008, nr. C07/183HR
HR 31-10-2008, ECLI:NL:HR:2008:BF0002
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
31 oktober 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, E.J. Numann, A. Hammerstein, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C07/183HR
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
BF0002
- JCDI
JCDI:ADS860343:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BF0002, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 31‑10‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BF0002, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑10‑2008
- Wetingang
Essentie
Causaal verband. Zorgplicht.
Wat is de maatstaf bij het vaststellen van causaal verband en wanneer schendt de bank haar zorgplicht?
Samenvatting
Eiser tot cassatie is de eenmanszaak Bureau Maritiem Onderzoek (hierna: BMO). BMO had overeenstemming bereikt met de Nederlandsche Apparatenfabriek Nedap (hierna: Nedap) over samenwerking, waarbij BMO ƒ 900.000 zou krijgen voor — onder meer — het ter beschikking stellen van broncodes. Voordat Nedap uitvoering had gegeven aan de betaling, heeft de ABN-Amro bank op 12 juli 1999 een conceptakte gestuurd aan Nedap waarin het pandrecht van de Bank op voormelde vordering werd medegedeeld in het kader van een nog ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.