NJB 2008, 1632
HR, 11-07-2008, nr. R06/177HR
HR 11-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1845
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 juli 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, E.J. Numann, A. Hammerstein en F.B. Bakels
- Zaaknummer
R06/177HR
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BD1845
- Vakgebied(en)
Horecarecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD1845, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD1845, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑07‑2008
- Wetingang
Rv Ned. Antillen art. 280 (oud); Rv Ned. Antillen art. 280
Essentie
Antilliaanse zaak. Bewijsaanbod in hoger beroep. Het oordeel dat A geen voldoende gespecificeerd bewijsaanbod heeft gedaan, is onbegrijpelijk.
Partij(en)
X, adv. mr. P. Garretsen,
tegen
Y, adv. mr. J. Groen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
Partijen zijn zusters. Hun ouders huurden een perceel grond op Curaçao. Op dit perceel zijn in de loop van de tijd diverse appartementen gebouwd. Een daarvan was in gebruik bij X.
Y heeft onder meer ontruiming van dit appartement gevorderd. Het gerecht in eerste aanleg heeft X bewijs opgedragen van haar stelling dat zij het appartement op eigen kosten heeft gebouwd. Bij eindvonnis ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.