RvdW 2008, 739
HR, 11-07-2008, nr. R06/150HR
HR 11-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC9942
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 juli 2008
- Magistraten
Mrs. O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, E.J. Numann, J.C. van Oven, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/150HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BC9942
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC9942, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC9942, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑07‑2008
Essentie
Antilliaanse zaak. Koop perceel grond; wederzijdse dwaling?; passeren essentiële stelling; gedekt verweer?
Slagende klacht dat essentiële stelling is gepasseerd. Voorzover het onderdeel uitgaat van de opvatting dat een verweer in hoger beroep gedekt is indien het onverenigbaar is met een in eerste aanleg gevoerd verweer, faalt het omdat die opvatting onjuist is.
Partij(en)
[Eiser], te Curaçao, Nederlandse Antillen, eiser tot cassatie, adv. mr. J.W.H. van Wijk,
tegen
Dde stichting [Verweerster], te Curaçao, Nederlandse Antillen, verweerster in cassatie, adv. mrs. J. de Bie Leuveling Tjeenk en G.R. den Dekker.