NJB 2008, 1631
HR, 11-07-2008, nr. R06/150HR
HR 11-07-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC9942
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
11 juli 2008
- Magistraten
Mrs. O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, E.J. Numann, J.C. van Oven en W.D.H. Asser
- Zaaknummer
R06/150HR
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- LJN
BC9942
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Horecarecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC9942, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC9942, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 11‑07‑2008
- Wetingang
Rv Ned. Antillen art. 278
Essentie
Antilliaanse zaak. Na verkoop van een perceel blijkt dat een derde aanspraak maakt op een recht op huur van een deel ervan. Het hof acht wederzijdse dwaling aanwezig. HR: 1. Onbegrijpelijk oordeel. Het oordeel dat de koper niet heeft gesteld dat de verkoper wist van de aanspraak op het huurrecht, is onverenigbaar is met de stellingen van de koper. 2. Gedekt verweer. De opvatting dat een verweer in hoger beroep gedekt is indien het onverenigbaar is met een in eerste aanleg gevoerd verweer, is onjuist. Het hof heeft in het in eerste aanleg gevoerde verweer niet een ondubbelzinnig prijsgeven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.