JOL 2008, 504
HR, 20-06-2008, nr. C06/326HR: PontMeijer/Archon
HR 20-06-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BD0669 (PontMeijer/Archon)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 juni 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, A. Hammerstein, F.B. Bakels
- Zaaknummer
C06/326HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BD0669
- Roepnaam
PontMeijer/Archon
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Verbintenissenrecht (V)
Milieurecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BD0669, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑06‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BD0669, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑06‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑11‑2006
Essentie
Bodemverontreiniging (asbest). Koop verontreinigd perceel; conformiteitseis; Arbeidsomstandighedenbesluit: art. 4.41: strekking; uitleg overeenkomst; Haviltex-maatstaf.
Het hof heeft met juistheid geoordeeld dat het werken in de met asbest verontreinigde grond is aan te merken als het bewerken van een stof (te weten de grond in de bodem) die een of meer van de in art. 4.37 Arbeidsomstandighedenbesluit genoemde vezelachtige silicaten bevat, en derhalve werd verboden door art. 4.41 van dat Besluit dat ertoe strekt om blootstellling aan asbest zoveel mogelijk te voorkomen. Niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting geeft ’s hofs oordeel dat de in zijn arrest weergegeven feiten en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.